Wat is een Digitale Nomade?

Een digitale nomade is iemand die gebruikmaakt van technologie om op afstand te werken, zonder gebonden te zijn aan een vaste locatie. Dit biedt de mogelijkheid om te reizen en te wonen waar men maar wil, van een café in Amsterdam tot een coworking space in Bali.

Hierbij moet uiteraard rekening met de fiscaliteit van deze inkomsten.

 

Rijksinwoner of niet?

Vooreerst moet de vraag gesteld worden digitale nomade (nog) in België belast kan worden.

In België wordt een persoon als rijksinwoner beschouwd als hij zijn woonplaats of zetel van fortuin in België heeft.

De woonplaats is waar iemand duurzaam verblijft, leeft en werkt, en sociale contacten onderhoudt. Het klassieke beeld hierbij is ‘l’endroit où une personne a sa femme, son chien, sa pipe et ses pantoufles’.

De zetel van fortuin verwijst naar de plaats van waaruit het vermogen wordt beheerd. Wettelijk vermoeden in België is dat inschrijving in het rijksregister een weerlegbaar vermoeden is, terwijl de plaats waar het gezin gevestigd is als een onweerlegbaar vermoeden geldt.

Niet-rijksinwoners zijn diegenen zonder woonplaats of zetel van fortuin in België.

 

Welke inkomsten worden belast in België?

In België worden verschillende soorten inkomsten belast, afhankelijk van je status als rijksinwoner of niet-rijksinwoner.

Rijksinwoners zijn verplicht belasting te betalen op hun wereldwijde inkomen, en dit in het kader van de personenbelasting. Dit omvat onroerende inkomsten zoals huur, roerende inkomsten zoals dividenden, beroepsinkomsten uit arbeid of zelfstandige activiteiten, en diverse inkomsten. In het kader van deze bijdrage zijn de beroepsinkomsten van belang.

Niet-rijksinwoners worden daarentegen alleen belast op inkomsten die hun oorsprong vinden in België, en dit in het kader van belasting niet-inwoners (BNI).

Het onderscheid tussen rijksinwoners en niet-rijksinwoners is dan ook cruciaal voor het bepalen van de fiscale verplichtingen in België.

 

Internationaal: verdeling bevoegdheid

In de internationale fiscale context is de verdeling van belastingbevoegdheid essentieel om dubbele belasting te vermijden.

Dit wordt vaak geregeld via OESO-dubbelbelastingverdragen, die bilaterale overeenkomsten vormen tussen landen. Deze verdragen zorgen ervoor dat inkomen niet dubbel belast wordt door middel van vrijstelling of belastingverrekening. Bij de vrijstelling van een inkomen wordt de heffingsbevoegdheid toegekend aan ofwel de woonstaat, ofwel de bronstaat. Daarnaast kan de belasting betaald in het buitenland in bepaalde gevallen verrekend worden met de verschuldigde belasting in België.

Ook in België is het in bepaalde gevallen toegestaan om de in het buitenland betaald belastingen te verrekenen met de personenbelasting.

Daarnaast bestaan er visaprogramma’s waarbij het recht op verblijf wordt gekoppeld aan een fiscaal gunstregime, de zogenaamde digitale nomade visas. Een digitale nomade visa is speciaal ontworpen voor mensen die locatie-onafhankelijk werken. Het biedt hen de mogelijkheid om legaal in een ander land te verblijven terwijl ze werken voor een werkgever of als zelfstandige. Deze visa komen vaak met fiscale voordelen zoals vrijstellingen op inkomsten die in het buitenland zijn verdiend, en maken het eenvoudiger om langdurig in een land te verblijven zonder traditionele werkvergunningen.

 

Zelfstandige

Voor zelfstandigen zijn de belastingregels gebaseerd op artikel 7 (winst) en artikel 14 (inkomsten uit zelfstandige activiteit) van het modelverdrag.

De basisregel is dat de inkomsten van een zelfstandige belastbaar zijn in het fiscaal woonland. Er is echter een belangrijke uitzondering: als een zelfstandige voor zijn werkzaamheden een vaste basis of een vaste inrichting heeft in een ander land, en de inkomsten kunnen worden toegerekend aan die vaste basis, dan worden de inkomsten belast in dat land. De term “vaste basis” betekent dat de zelfstandige regelmatig toegang moet hebben tot die faciliteit of locatie om zijn werkzaamheden uit te voeren. Dit principe helpt duidelijk te bepalen welk land belasting mag heffen op de inkomsten van zelfstandigen, afhankelijk van waar de werkzaamheden fysiek en duurzaam worden verricht.

 

Werknemer

Voor werknemers bepaalt artikel 15 van het modelverdrag dat hun loon belastbaar is in het land waar de werkzaamheden worden uitgeoefend, wat fysieke aanwezigheid vereist.

Er is echter een belangrijke uitzondering: de 183 dagen-regel. Deze regel stelt dat het loon belastbaar blijft in het fiscaal woonland als aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan: ten eerste, het verblijf in het werkland bedraagt niet meer dan 183 dagen per tijdvak; ten tweede, het loon wordt betaald door een werkgever die geen inwoner is van het werkland; en ten derde, de loonkost wordt niet gedragen door een vaste inrichting van de werkgever in het werkland. Deze bepalingen zijn cruciaal voor grensarbeiders en werknemers die tijdelijk in het buitenland werken.

 

Oplossing internationale dubbele belasting

Het oplossen van internationale dubbele belasting is een cruciaal aspect voor belastingbetalers die te maken hebben met inkomsten uit meerdere landen.

In België zijn er twee hoofdbenaderingen om dit probleem aan te pakken.

Op nationaal niveau kan men binnen één jaar bezwaar indienen tegen de belastingaanslag.

Daarnaast is er de mogelijkheid van ambtshalve ontheffing, die binnen vijf jaar kan worden aangevraagd.

Internationaal gezien biedt de procedure van onderling overleg een uitweg. Deze procedure stelt betrokken landen in staat om bilateraal te bespreken en overeenstemming te bereiken over de toewijzing van belastingrechten, om dubbele belasting te voorkomen. Het is essentieel om op de hoogte te zijn van deze oplossingen om fiscale lasten te optimaliseren en dubbele belasting te vermijden.

 

Conclusie

Het is van cruciaal belang dat digitale nomaden een solide feitelijk kader opbouwen voor hun fiscale situatie. Dit omvat een gedetailleerde en nauwkeurige dossieropbouw die alle relevante inkomsten en activiteiten documenteert. Daarnaast is het essentieel om de toepasselijke verdragen en lokale fiscale regimes zorgvuldig na te gaan. Dit zorgt ervoor dat je altijd aan de juiste belastingverplichtingen voldoet en dat je optimaal profiteert van de beschikbare fiscale voordelen. Door grondige voorbereiding en onderzoek kun je onnodige belastingproblemen voorkomen en genieten van een zorgeloze nomadische levensstijl.

 

Alexander Delafonteyne  advocaat-vennoot Bloom-law

#digitale nomaden

Meer informatie over dit topic?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

 

 

Gepost door Dieter Van Welden

Op 16 juli 2024 werd door de FOD Financiën een standpunt ingenomen aangaande de fiscale behandeling van e-sporters. Dit standpunt kwam er nadat de BESF had verzocht om volgende stellingen te bevestigen:

  • E-sporters zijn fiscaal gezien identiek aan sporters, en kunnen dus gebruik maken van dezelfde voordeelregimes.
  • De BESF kwalificeert als een nationale sportfederatie

Hieronder zal de totstandkoming van de beslissing alsook het standpunt van de FOD Financiën besproken worden, met een focus op de praktische implicaties voor de spelers, organisatoren alsook de sector in het algemeen.

 

  1. De weg naar de ruling

In de zomer van 2023 organiseerde de BESF de BESF-CUP op Pukkelpop. Dit was een toernooi in de game Clash Royale, waarbij na online kwalificaties een fysiek evenement op het festivalterrein werd gehouden.

Naar aanleiding van dit event rees bij de BESF de vraag op welke manier zij de uitkering van het prijzengeld diende te regelen, nu een groot deel hiervan waarschijnlijk uitgekeerd zou worden aan buitenlandse spelers. De BESF kreeg bovendien vragen van leden en spelers over de manier waarop zij zelf belast zouden worden op dit prijzengeld en op welke manier zij aan hun fiscale verplichtingen dienden te voldoen.

Het werd nogmaals duidelijk dat er geen specifiek kader bestond waarbinnen de sector kon opereren. De vraag die zich opdrong was of e-sporters gebruik kunnen maken van de gunstregimes voor de sportsector, dan wel het algemene fiscale kader volgen.

De enige manier waarop de BESF hieromtrent enige zekerheid kon verkrijgen, was door deze vraag expliciet te stellen aan de FOD Financiën. Binnen de FOD Financiën bestaat namelijk een specifieke instelling om concrete vragen van belastingplichtigen aangaande hun fiscale behandeling te beantwoorden. Deze instantie  is de dienst voorafgaande beslissingen, in de volksmond gekend als de rulingcommissie.

Op 17 juli 2023 werd door de BESF, hierbij vertegenwoordigd en ondersteund door het advocatenkantoor Bloom Law, een  rulingaanvraag ingediend. Na een waslijst van bijkomende vragen, antwoorden en een pittige discussie aangaande het statuut van de BESF werd uiteindelijk op 16 juli 2024 een voorafgaande beslissing genomen door de rulingcommissie, waarbij de stelling van de BESF bevestigd werd.

De geanonimiseerde ruling werd gepubliceerd op 28 augustus 2024[1].

 

  1. De uiteindelijke beslissing

  • De gelijkschakeling tussen e-sport en sport

 

De ruling heeft tot gevolg dat alle gunstregimes die bestaan voor sporters, ook van toepassing zijn voor e-sport. Zo zijn er onder meer[2]:

 

  • De afzonderlijke belasting van 16,50% op de eerste €23.970,00 aan professionele inkomsten voor jonge sportbeoefenaars (16 tot 23 jaar).
  • De afzonderlijke belasting van 33% op de eerste €23.970,00 aan bezoldigingen voor de sportbeoefenaars vanaf 23 jaar, alsook scheidsrechters, trainers, opleiders en begeleiders. Dit tarief is enkel op hen van toepassing indien de inkomsten uit een andere activiteit hoger ligt dan het inkomen uit de sport.
  • De afzonderlijke belasting aan 16,50% van verkregen kampioenschapspremies voor EK’s, WK’s en de Olympische Spelen tot een bedrag van €58.450,00.
  • De bevrijdende bedrijfsvoorheffing van 18% voor buitenlandse sportbeoefenaars is tevens van toepassing op buitenlandse e-sporters. Dit houdt in dat organisatoren verplicht 18% bedrijfsvoorheffing moeten inhouden van de uitkeringen aan buitenlandse sporters die in België prijzengeld winnen. Dit is voor deze e-sporters de eindbelasting. Indien zij geen andere beroepsinkomsten behalen in België kunnen ze deze bedrijfsvoorheffing terugkrijgen via een aangifte in de belasting van niet-inwoners.

Deze ruling heeft enkel betrekking op de fiscale behandeling van e-sporters, dus strekt zich niet uit tot de voordelige behandeling van de sociale zekerheid voor sporters. Het is echter erg onwaarschijnlijk dat de Belgische Staat enerzijds op fiscaal vlak in een gelijke behandeling voorziet, maar dit niet zou doortrekken naar haar andere regelgevende kaders.

  • De erkenning van de BESF als nationale sportfederatie

 

De BESF werd daarenboven erkend als zijnde een nationale sportfederatie in het licht van de toepassing van het Wetboek Inkomstenbelastingen. Concreet houdt dit in dat de premies die de BESF zou uitkeren naar aanleiding van prestaties op EK’s, WK’s en de Olympische Spelen onder het gunstregime van de kampioenschapspremies vallen (en dus aan 16,50% belast worden).

Naast dit fiscale aspect is dit tevens een belangrijke legitimatie van de BESF als federatie, die de belangen van de sector op tal van vlakken reeds vertegenwoordigt (o.a.. in de internationale federaties). Ook de FOD Financiën erkent nu dat de BESF een legitieme federatie is, en dat de premies die zij uitkeert naar aanleiding van kampioenschappen onder het fiscale gunstregime vallen.

 

  1. Conclusie

De inspanningen van de BESF hebben aldus geleid tot de expliciete bevestiging van de gelijke behandeling van e-sport en traditionele sport op fiscaal vlak. Zowel voor spelers als voor organisatoren is het duidelijker op welke manier omgesprongen dient te worden met hun fiscale verplichtingen. De relatief gunstige fiscale behandeling van sporters kan op vandaag doorgetrokken worden naar e-sporters.

De geldingsduur van een voorafgaande beslissing is in beginsel 5 jaar. Tegen het einde van deze periode zal het dan ook noodzakelijk zijn om een herbevestiging te vragen van het standpunt van de FOD Financiën (voor zover de wetgeving tegen dan niet gewijzigd werd).

[1] https://www.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/public/fisconet/document/c6a5e731-c4fb-44a9-99d2-68273ebe18b8/2024.0293

[2] Onderstaande bedragen zijn deze zoals van toepassing in inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025)

 

Meer informatie

Wens je een expert te spreken? Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

@DieterVanWelden #Metaverse #e-sport

Gepost door Michel Maus

De verdere technologisering van de maatschappij heeft ook zijn invloed op justitie en op de manier waarop rechtszaken worden georganiseerd. Deze evolutie is in een stroomversnelling gekomen door de COVID-pandemie. Tijdens deze pandemie werd de werking van justitie aanzienlijk verstoord en werd gezocht naar alternatieven voor de klassieke fysieke rechtbankzittingen. Hierdoor hebben bepaalde technologieën hun intrede hebben gedaan in justitie, waaronder de digitale neerlegging van stukken en het gebruik van video-conferentie in gerechtszaken.

Zittingen in de rechtbank

Wat de mogelijkheid om zittingen in de rechtbank via videoconferenties te laten verlopen werd op 18 april 2024 in het Belgisch parlement een Wetsontwerp goedgekeurd “houdende organisatie van zittingen per video-conferentie in het kader van gerechtelijke procedures”. Met dit wetsontwerp wou de Belgische regering een wettelijk kader creëren voor het gebruik van video-conferenties en video-opnamen op terechtzittingen in burgerlijke zaken en in strafzaken.

De vraag stelt zich thans in hoeverre het huidig wettelijk kader rechtbankzittingen in de metaverse toelaat? Deze vraag is helemaal niet hypothetisch aangezien in het buitenland reeds dergelijke zittingen werden georganiseerd.

Op 15 februari 2023 schreef Colombia geschiedenis met de allereerste rechtszitting in de metaverse. De administratieve rechtbank van Magdalena, hield een hoorzitting vanuit de metaverse in een zaak tegen het Colombiaanse Ministerie van Defensie.( Colombia court moves to metaverse to host hearing | Reuters ) De magistraat van de rechtbank, María Victoria Quiñones, volgde hiermee het verzoek van de partijen om de openbare zitting in de metaverse te houden. De hoorzitting vond plaats in Horizon Workrooms, het metaverse-platform ontwikkeld door Meta, en werd door 68.000 mensen via livestream op YouTube bekeken.

Maar ook in andere landen hebben er ondertussen rechtbankzittingen in de metaverse plaats gevonden. In de Braziliaanse rechtbank van Paraiba werd een verzoeningszitting gehouden in de metaverse waar de partijen verschenen via hun avatars en een overeenkomst bereikten die een einde maakte aan hun geschil. ( Justiça brasileira realiza 1ª audiência no metaverso e exército estuda treinamentos digitais | Exame ) En ook in China werd in de Volksrechtbank van het district Xiamen Sliming een metaverse zitting georganiseerd in twee subrogatiedossiers in verband met een ongevallenverzekering. ( A Chinese local court recently opened a hearing in Metaverse, saying it helps drive the digitization of the judicial system – PingWest )

De vraag stelt zich of de nieuwe Belgische wetgeving rond de organisatie van zittingen per video-conferentie in het kader van gerechtelijke procedures, ook zittingen in de metaverse toelaat?

Om het antwoord op deze vraag te geven, moeten we kijken naar de definitie van het begrip “video-conferentie”. In de wet wordt een video-conferentie gedefinieerd als “elke rechtstreekse audiovisuele verbinding, in reële tijd, met als doel het verzekeren van een multidirectionele en gelijktijdige communicatie van beeld en geluid en een visuele, auditieve en verbale interactie tussen meerdere geografisch van elkaar verwijderde personen of groepen van personen”.

Volgens de Belgische regering is deze definitie voldoende ruim en technologisch neutraal, zodat ze niet alleen betrekking heeft op het gros van de verschillende communicatietools op afstand die we van vandaag de dag kennen, maar ook op de tools die in de toekomst zullen worden ontwikkeld. Op het eerste zicht lijkt deze definitie voldoende ruim te zijn, om te kunnen stellen dat ook rechtbankzittingen in de metaverse mogelijk zouden moeten zijn, zij het dat hier wel nog een aantal vragen open blijven.

Zo stelt de nieuwe wet dat het gebruik van de videoconferentie in gerechtszaken als doel heeft om een of meerdere personen, hun advocaten, of de leden van het gerecht toe te laten om vanop afstand op een zitting te verschijnen en eraan deel te nemen. Hiermee laat men op het eerste zicht uitschijnen, dat er nog steeds een fysieke zitting wordt georganiseerd, waaraan dan vanop afstand kan worden deelgenomen. Maar anderzijds laat deze bepaling ook toe dat de magistraten vanop afstand aan de zitting kunnen deelnemen, hetgeen een fysieke zitting dan zinloos maakt. En er wordt ook expliciet door de regering gesteld dat een rechtbankzitting 100% via video-conferentie kan verlopen, en dus zonder dat er een fysieke zitting plaats vindt. Vanuit die interpretatie is een virtuele zitting op een metaverse platform uiteraard mogelijk.

metaverse

Verder stelt de wet dat het video-conferentiesysteem moet worden beheerd door het beheerscomité van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en van het video-conferentiesysteem van Justitie. Hiermee laat men uitschijnen dat er slechts één enkel systeem zou kunnen worden gebruikt. Dit staat dan wel in schril contrast met de stelling van de Belgische regering dat het begrip video-conferentie niet alleen de verschillende communicatietools op afstand omvat die we van vandaag de dag kennen, maar ook op de tools die in de toekomst zullen worden ontwikkeld.

Tot slot vereist het gebruik van het video-conferentiesysteem ook dat de deelnemende partijen dienen te worden geïdentificeerd. Bij een fysieke zitting kan dat via een fysieke ID-controle, maar dat is niet mogelijk wanneer men vanop afstand deelneemt aan een zitting in de rechtbank. In dit geval zal een Federal Authentification Service (FAS) zoals eID, ITSME en gelijkaardige erkende authentificatiemiddelen, moeten worden gebruikt om vanop afstand in te loggen op de zitting. In beginsel maakt het op dat vlak geen verschil uit als de deelnemende partijen nu al dan niet visueel zichtbaar zijn op de zitting of niet. Dankzij systemen zoals ITSME is er voldoende garantie dat de deelnemer aan de zitting effectief een procespartij is, en dit ongeacht of die personen via een videobeeld, dan wel via een avatar of hologram op de zitting verschijnt.

 

Conclusie: zijn rechtbankzittingen in de metaverse binnen het huidig nieuw wettelijk kader in België mogelijk?

Niettegenstaande de wettekst een ruime definitie omvat van het begrip “video-conferentie”, valt het op dat in de 403 pagina’s van het Wetsontwerp van de regering op geen enkel moment wordt gesproken over metaverse, virtual of augmented reality, VR-brillen, avatars of hologram-technologie. Dit is jammer en getuigt toch van weinig inzicht in de technologische (r)evolutie.

Anderzijds biedt de wettekst wel interpretatieve ruimte om binnen het bestaande wettelijk kader ook initiatieven in de metaverse op te starten. Maar dan is de vraag om men daar binnen de conservatieve wereld van justitie wel klaar voor is.

Meer informatie?

Voor meer informatie kan je terecht bij @MichelMaus via infotax@bloom-law.be.

#metaverse #zittingen

Gepost door Michel Maus

Nu artificiële intelligentie meer en meer een hot topic is geworden, lijkt het alsof metaverse wat naar de achtergrond is verdwenen. Maar dat is slechts schijn. Recente ontwikkelingen door techgiganten als Apple en Meta, met de onthulling van respectievelijk VisionPro headsets en Ray-Ban smart glasses, tonen net aan dat de metaverse verder in ontwikkeling is. En ook de overheid, de academische wereld, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld tonen van langsom meer belangstelling voor de metaverse, met in het bijzonder metaverse governance en waardecreatie. Metaverse is alive and kicking, zoveel is duidelijk.

Metaverse

En ook op economisch vlak biedt de metaverse heel wat perspectieven. Het World Economic Forum schat dat de economische impact van de metaverse tegen 2030 op minstens 1,91 biljoen dollar en in een optimistisch scenario zelfs op 4,44 biljoen dollar. De impact van de metaverse is dus enorm en biedt heel wat perspectieven voor quasi alle sectoren, en dus ook voor de advocatuur.

Vooreerst zijn er heel wat juridische uitdagingen voor de metaverse zelf, waar advocaten een belangrijke rol in kunnen spelen. De digitale wereld van de metaverse is een nieuwe wereld die nieuwe regelgeving vereist. En zolang deze nieuwe regelgeving niet wordt gecreëerd moet er gezocht worden naar antwoorden op tal van juridische vragen die zich in de metaverse zullen stellen.

De eerste vraag die we ons al kunnen stellen, is wie regeert de metaverse. Het internationaal recht bepaalt dat staten soevereiniteit bezitten ter land, ter zee en in de lucht. Maar wat dan met de virtuele wereld? Kunnen staten hun soevereiniteit ook deze virtuele wereld laten gelden? Dubai en Seoul bijvoorbeeld bouwen twin cities in de metaverse. Wie bepaalt dan welke regels er binnen deze virtuele twins zullen gelden?

En ook binnen zowat elke rechtstak zal de metaverse bijzondere problemen stellen. In het arbeidsrecht bijvoorbeeld zal de vraag moeten beantwoord worden wie de eigenaar is van een avatar of een hologram. Is dat de werknemer of de wekgever? In het familierecht zullen we de digitale onsterfelijkheid moeten regelen. Kunnen erfgenamen een overleden persoon verder digitaal laten leven onder de vorm van een avatar of een hologram? En hoe zit het met digitaal vastgoed in pakweg Decentraland? Moeten we hier voorzien in bouwvoorschriften? En wat met het juridisch statuut van DAO’s, de “decentralized autonomous organizations”? En laat ons ook de geschillenbeslechting bij problemen in de metaverse niet vergeten. Waar moeten we dit geschil lokaliseren? Welk recht moet worden toegepast en welke rechtscolleges zijn dan bevoegd?

Dat is maar een summier overzicht van de vele juridische vragen die zich in de metaverse zullen stellen en waar advocaten mee te maken zullen krijgen.

Maar niet alleen ook juridisch vlak, ook op economisch vlak biedt de metaverse opportuniteiten voor de advocatuur, en zien we advocaten reeds de eerste voorzichtige stappen in de metaverse zetten. Voornamelijk in de USA zijn er al verschillende advocatenkantoren die zich profileren als metaverse lawyers en VR-injury lawyers  en die proberen een business case te maken van compliance en litigation in de metaverse.

Advocatuur

Maar dat is natuurlijk de enige opportuniteit die zich stelt voor de advocatuur. Seminaries, meetings met klanten, het kan allemaal in een virtuele omgeving binnen de metaverse. Net als geschillenbeslechting. In Columbia heeft rechter Maria Quinones Triana’s op 15 februari 2023 een eerste hoorzitting in Horizon World (Meta) georganiseerd. ( Colombia court moves to metaverse to host hearing | Reuters ) En ondertussen heeft ook het Abu Dhabi Global Market Arbitration Centre bemiddeling in de metaverse mogelijk gemaakt. (Abu Dhabi Global Market launches Mediation in the Metaverse (adgm.com)

Ondertussen hebben ook heel wat advocatenkantoren een kantoor in de metaverse opgericht. De Canadese advocate Madaline Zannes bijvoorbeeld ( Bing Video’s ) die ook de Metaverse Bar Association heeft opgericht. (Metaverse Bar Association | Educating Lawyers with Web3 & Blockchain (metba.io) En het Belgische metaversebedrijf Threedee World heeft zelfs een eigen metaverse gebouwd voor de legal community  Lawland ( Fairtual Technologies | Lawland ) met een eigen Lawland app. ( (1) Lawland | For Legal & Finance – Support Creators Content )

De metaverse is dus here to stay, en zal ook op de advocatuur een enorme impact hebben.

@MichelMaus

#metaverse #dao #advocatuur

Meer informatie over dit topic?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Gepost door Michel Maus

Moeten we artificiële intelligentie belasten? Dit is natuurlijk een confronterende vraag tijdens deze Supernova week waarin het Vlaams Gewest zijn innovatief beleid in de verf wil zetten. Maar anderzijds kunnen we er niet om heen dat de technologische evolutie een gigantische impact heeft op ons leven, op onze economie en op onze jobs. Technologie als werkkracht is gegeerd door werkgevers. Technologie gaat niet op pensioen, staakt niet, klaagt niet over overuren of nachtwerk en heeft geen vakbond achter zich. Niets dan voordelen dus. Maar waarom moet bijvoorbeeld een administratieve bediende 53% van zijn of haar loon afstaan aan de overheid onder de vorm van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen, en software die dezelfde arbeid levert helemaal niets. Dit lijkt misschien een absurde vraag, maar samen met de technologische vooruitgang zullen we moeten nadenken over de vraag hoe we technologische productiviteit door middel van artificiële intelligentie onderdeel kunnen maken van een eerlijk belastingsysteem.

Arbeidsmarkt

Er is al veel inkt gevloeid over de vraag hoeveel jobs er gaan sneuvelen door de technologische evolutie. En ja, artificiële intelligentie zal een serieuze impact hebben op de arbeidsmarkt. Experts vermoeden dat vooral routine kantoorklussen geautomatiseerd zullen kunnen worden: callcenters beantwoorden hun klanten nu reeds met computers en bots zijn al een tijdje actief op de beurs. Maar met de opkomst van artificiële intelligentie wordt het ook mogelijk om managementbeslissingen, medische diagnoses en zelfs politieke besluitvorming te technologiseren. Dus ja, de technologische vooruitgang zal jobs kosten, maar anderzijds ook heel wat jobs creëren. En dus zal op de termijn de vraag zijn, of de balans positief of negatief zal uitdraaien.

Hierbij moet men zich er natuurlijk van bewust zijn dat arbeid de belangrijkste fiscale oliebron is van de welvaarstaat. Jobverlies zorgt dus voor een verlies aan fiscale inkomsten en sociale zekerheidsbijdragen. Indien jobs vervangen worden door technologie, dan heeft dit een belangrijke budgettaire impact voor de overheid. Een vennootschap die artificiële intelligentie inzet in plaats van mensen zal kosten besparen en dus meer winst kunnen maken die dan belast wordt in de vennootschapsbelasting, en die is sowieso lager dan de personenbelasting op het loon van de werknemer. Maar waar het vooral om draait zijn de sociale zekerheidsbijdragen. Die slaan in hoofdzaak op arbeid. Als die arbeid wordt vervangen door technologie, dan zal dit een zware impact hebben op de financiering van de sociale zekerheid.

Fiscale ongelijkheid

Maar minstens even belangrijk is het probleem van de fiscale ongelijkheid tussen ondernemingen ten gevolge van de technologische evolutie. Ondernemingen in menselijke en dus moeilijk te technologiseren sectoren, zoals de horeca en de zorgsector, zullen verder in hoofdzaak op menselijke arbeid moeten steunen. De loonkost voor deze menselijke arbeid is hoog door de hoge belastingdruk op arbeid. Dit betekent dat de fiscale kost voor ondernemingen in arbeidsintensieve sectoren, substantieel hoger zal zijn dan de fiscale kost voor ondernemingen die actief zijn in sectoren waar arbeid door artificiële intelligentie kan worden vervangen. En ook dat mag een probleem genoemd worden, omdat de fiscale druk op die manier ongelijk verdeeld wordt over onze ondernemingen.

Met de onvermijdelijke en steeds verder gaande technologisering van de economie zal ook de overheid gedwongen worden hierover na te denken. Trouwens ook Microsoft-oprichter Bill Gates stelde een paar jaar geleden reeds dat overheden op termijn geen andere keus zullen hebben dan productiviteit door technologie op dezelfde manier te belasten als menselijke productiviteit. Food for thoughts.

@MichelMaus

#fiscaliteit #ai #technologie

Meer informatie over dit topic?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Ons leven verandert ingrijpend door digitale technologie, dat kan niet worden ontkend. Werkprocessen zijn efficiënter geworden door digitalisering en artificiële intelligentie. Sociale interacties vinden steeds vaker online plaats. Entertainment gebeurt steeds meer via streaming. Dit is realiteit. De technologische revolutie heeft onze levensstijl veranderd, maar heeft ook diepgaande sociale, economische en culturele gevolgen. Het is hierbij van cruciaal belang om een evenwicht te vinden tussen technologische vooruitgang en ethische en juridische overwegingen.

Op dat vlak probeert Europa een voortrekkersrol te spelen. Na de GDPR-Act, de Digital Service Act en de Digital Markets Act keurde het Europees Parlement afgelopen zomer de Artificial Intelligence Act goed. Die moet AI-technologie aan banden leggen en er voor zorgen dat kunstmatige intelligentie op een veilige en transparante manier wordt gebruikt in Europa. De Europese Unie is zo de eerste overheid die voor een breed regelgevend kader voor AI heeft gezorgd.

Maar de goedkeuring van de AI-Act betekent niet dat Europa de focus mag verliezen, want na artificiële intelligentie, is “spatial computing” en de “metaverse” de next big thing. Met spatial computing wordt het mogelijk om digitale informatie te integreren in de fysieke wereld. Het doel is om een naadloze interactie tussen de digitale en fysieke omgeving mogelijk te maken. Hiervoor maakt men gebruik van virtual (VR), augmented (AR) en mixed (MR) reality technologie. Deze technologie is de bouwsteen van de metaverse: het virtuele universum waarin gebruikers kunnen interageren met een computergegenereerde omgeving en met elkaar.

metaverse

Dat spatial computing en de metaverse voor een doorbraak staan heeft alles te maken met de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde VR-headsets, “slimme brillen”. Zowel Meta als Apple hebben op dat vlak belangrijke stappen gezet. Meta met de lancering van de Meta Quest 3 en de Ray-Ban Smart Glasses en Apple met de Vision Pro. Deze toestellen maken het mogelijk om de digitale wereld naadloos met de fysieke wereld te laten samensmelten. En dat opent perspectieven.

 

Spatial Computing

Spatial computing en de metaverse hebben het potentieel om een revolutie teweeg te brengen. In de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Door middel van VR of AR kunnen zorgprofessionals patiënten onderzoeken en opereren met behulp van geavanceerde beeldvormings- en simulatietechnieken in een virtuele omgeving of kunnen patiënten op virtuele consultatie gaan bij hun dokter op basis van de eigen, actuele gezondheidsgegevens. Ook architecten kunnen gebruik maken van deze virtuele technologie om projecten te ontwerpen en te visualiseren in virtuele omgevingen. Door digitale tweelingen te creëren en 3D modelleringstools te gebruiken kunnen ze echte omstandigheden simuleren en ontwerpbeslissingen nemen. En wat te denken van het onderwijs waar spatial computing en de metaverse het potentieel hebben om het onderwijs te veranderen door immersieve en gepersonaliseerde leerervaringen aan te bieden. Leerlingen kunnen onderwerpen verkennen door middel van virtuele excursies of interactie met 3D-inhoud. De mogelijke toepassingen zijn onbeperkt en evolueren nog iedere dag. In de metaverse zullen gebruikers andere mensen ontmoeten zonder geografische beperkingen, digitale evenementen of conferenties bijwonen. Ze zullen er toegang hebben tot digitale markten of er hun eigen economische activiteit kunnen ontwikkelen in virtuele kantoren. In de metaverse zal iedereen in alle vrijheid kunnen ontwikkelen, creëren en beleven: denk aan kunst in een virtuele galerij of de creatie van eigen muziek voor een wereldwijd publiek.

De mogelijkheden van deze technologie zijn enorm, maar dat zijn de ethische en juridische uitdagingen evenzeer. Er zijn tal van issues die een regelgevende oplossing vereisen. Denk maar aan privacy en gegevensbescherming in de metaverse, de regulering van virtuele economieën, de problematiek van de digitale identiteit, fiscaliteit, de regeling van de jurisdictie en van grensoverschrijdende conflicten, veiligheid en cybercriminaliteit en het ontwikkelen van ethische normen en gedragscodes.

Als de recente geschiedenis van de technologische evolutie ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat we dit niet mogen overlaten aan enkele multinationals vanuit Sillicon Valley. Europa heeft daarom nood aan een Euroverse, een eigen, in de EU gecreëerd en gecontroleerd digitaal universum, een Europese versie van de metaverse waar burgers en bedrijven op een juridisch veilige en ethisch verantwoorde manier vrij in kunnen bewegen. Verschillende bedrijven en entiteiten, waaronder Talemate, zijn reeds volop bezig met de uitbouw van deze Euroverse, maar er is nood aan een juridisch kader dat gelijke tred houdt met deze ontwikkeling. Dit vereist een digitale grondwet op basis waarvan een Europese virtuele wereld, zoals de Euroverse, kan worden gebouwd. Dit kan dan zorgen voor een wettelijk, regelgevend kader voor een veilig en beschermd digitaal universum waar de geldende Europese normen en standaarden voor welzijn, veiligheid en privacy van kracht zijn. De EU kan hier opnieuw de wereldwijde voortrekkersrol opnemen, en zoals met de AI-act, een belangrijke stap zetten in het reguleren van de technologische revolutie.

 

Wil je hierover een expert ter zake spreken?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

@Michelmaus  @Tommy Deblieck (CEO Talemate.co)

#metaverse #AI #

 

Gepost door An Janssens

De afgelopen weken kwam de gerechtelijke achterstand in Brussel nogmaals in de actualiteit. Een fiscale zaak die werd ingeleid in 2021 zou pas gepleit kunnen worden in 2040. De gerechtelijke achterstand is nijpend in alle rechtbanken, maar toch het meest precair in Brussel. Als gesproken wordt over oplossingen kijkt men vaak naar bijkomende middelen, personeel en de optimalisatie van de interne processen binnen de rechtbanken zelf. Daarnaast zit bijzonder veel potentieel in een verregaandere digitalisatie, en het gebruik van AI ter ondersteuning van de rechterlijke macht.

Menig juridisch expert heeft ongetwijfeld eens een juridische vraag aan ChatGPT gesteld, om vervolgens tot de vaststelling te komen dat deze chatbot op regelmatige basis juridische nonsens uitkraamt. Een Amerikaanse advocaat heeft zich al moeten verantwoorden omdat hij rechtspraak citeerde die door ChatGPT werd gefabriceerd.[1] Het is o.i. dan ook bijzonder onkies om op vandaag ChatGPT te raadplegen voor juridisch advies, laat staan om een vonnis of arrest te produceren.

Toch is het belangrijk de baby niet met het badwater weg te gooien. Er zijn grote efficiëntiewinsten te boeken bij het gebruik van AI door zowel advocaten als de rechterlijke macht. Het grootste probleem met ChatGPT is terug te vinden in de brondata. Voor haar antwoorden baseert ChatGPT zich op trainingsdata en teksten die niet transparant beschikbaar zijn voor het grote publiek. Als ChatGPT voor bepaalde vragen geen antwoord/voorbeeld kan geven, fabriceert ze  de juridische precedenten klaarblijkelijk zelf.

Een betere juridische dataset voor een AI-programma moet de rechtspraak van nationale en (indien relevant) internationale rechtshoven bevatten, geënt zijn op de bestaande uitgebreide juridische databanken en de wetgeving, parlementaire voorbereidingen en vragen.  Een juridisch advies dat voortkomt uit deze brondata zou zowel voor advocaten als rechters een enorme efficiëntiewinst opleveren. Aangezien er transparantie zou bestaan omtrent de brondata is het verkregen advies bovendien een pak betrouwbaarder.

 

robot

 

Hoewel het de diensten van advocaten of de uitspraken van een rechter allicht nooit zal kunnen vervangen, is het een enorme kosten-en tijdsbesparing voor de rechtszoekende. Zolang de brondata voldoende betrouwbaar is, is er geen enkele reden waarom artificiële intelligentie uit deze data geen solide adviezen zou kunnen produceren.

Hoewel de finale beslissingsbevoegdheid omtrent specifieke feiten in elke individueel dossier het prerogatief van een rechter moet blijven, kan deze bij het uitvoeren van zijn takenpakket via AI beter ondersteund worden. Als de technologie zich aan hetzelfde tempo blijft ontwikkelen zal een ondersteuning door AI alvast dichterbij bljken dan de volgende pleitdatum voor het Hof van Beroep in Brussel.

[1] https://www.nytimes.com/2023/05/27/nyregion/avianca-airline-lawsuit-chatgpt.html?smid=tw-nytimes&smtyp=cur 

 

@dietervanwelden

#metaverse #digitalserviceact #digitalmarketsact

Graag hierover meer informatie?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Gepost door An Janssens

De nieuwe wereld van de metaverse biedt nieuwe en ongekende mogelijkheden voor de economie. Heel wat bedrijven verkennen ondertussen de mogelijkheden van de metaverse om hun merkbekendheid te vergroten en nieuwe klanten te bereiken. Er ontstaan dan ook meer en meer virtuele marktplaatsen in de metaverse die een scala aan producten en diensten aanbieden aan het publiek, gaande van virtueel vastgoed tot virtuele mode.

De metaverse maakt het voor bedrijven en consumenten mogelijk om hun klanten via virtual reality (VR) en augmented reality (AR) mee te nemen in een immersieve omgeving die de fysieke handelservaring zeer sterk benadert. Dit is het grote verschil tussen e-commerce en v-commerce. Daar waar E-commerce beperkt is tot het aanbieden van goederen en diensten op klassieke 2D-websites, maakt V-commerce het via 3D-websites voor de klanten mogelijk om bijvoorbeeld virtuele showrooms te bezoeken, producten virtueel uit te proberen en zelfs kledij virtueel te passen.

Zo bijvoorbeeld maken bedrijven zoals IKEA en West Elm het voor hun klanten mogelijk om virtueel uit te testen hoe meubels er bij hen thuis zullen uitzien. Bij het kledingbedrijf Levi’s kunnen klanten via VR-headsets verschillende stijlen jeans passen. En ook bij het makeup-bedrijf Sephora kunnen de klanten om aan de hand van VR-headsets verschillende make-up producten uit proberen.

digital interior

Dit zijn maar enkele voorbeelden om aan te tonen hoe v-commerce aan een opgang bezig is, en een belangrijke business aan het worden is. Volgens het World Economic Forum zou de metaverse tegen 2035 in Europa goed zijn voor een markt van 489 miljard euro en in de USA voor 760 miljard dollar. Het economisch belang van de metaverse kan dan ook niet meer worden onderschat.

Juridische vragen

Maar met de opkomst van een nieuwe economie stellen zich natuurlijk ook verschillende juridische vragen. Aangezien v-commerce transacties vaak plaatsvinden over internationale grenzen heen, kunnen er heel wat juridische discussies ontstaan, zeker wanneer zou blijken dat de regulering van metaverse-handel verschilt van land tot land. V-commerce brengt dan ook heel wat nieuwe juridische uitdagingen met zich mee, onder andere op het gebied van consumentenbescherming (zoals het waarborgen van het recht van consumenten op informatie, annulering, terugbetaling), privacy, intellectuele eigendom en geschillenbeslechting.

Europese regelgeving

Op Europees heeft men op deze problemen reeds deels geanticipeerd met de Digital Service Act en de Digital Markets Act. Deze Europese regelgeving moet een vrije en veilige toegang tot het “internet” te verzekeren en de machtspositie van dominante spelers aan banden leggen. Zo voorziet de Digital Service Act onder meer in vergaande transparantieplichten voor gerichte online marketing op basis van gebruikersprofielen en algoritmen en moeten online platformen duidelijk weten wie de eigenlijke verkoper op hun platform is (“know your customer”). De Digital Markets Act voorziet dan weer in maatregelen om meer concurrentie mogelijk te maken tussen de grote en de kleinere online platformen, zoals het openstellen van berichtenapps, professionele aanbieders toestaan om ​​hun producten of diensten ook aan te bieden op andere platformen en een eerlijke toegang tot sociale media, zoekmachines en appstores.

De Digital Service Act en de Digital Markets Act zijn ongetwijfeld een stap in de goede richting, maar geenszins voldoende om alle juridische problemen met betrekking tot V-commerce te regelen. We kunnen dan ook enkel maar oproepen om asap te voorzien in een Metaverse Act om de handel in de virtuele wereld te regelen en te voorzien in voldoende rechtsbescherming voor de consument.

@MichelMaus

#metaverse #digitalserviceact #digitalmarketsact

Graag hierover meer informatie?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Gepost door An Janssens

Tags: #tag1 #tag2 #tag3

Deze had een reeks digitale afbeeldingen (NFT’s of “non fungible tokens”) gemaakt van de beroemde Birkin-handtassen van Hermes, die hij “MetaBirkins” noemde. Een ervan was bedekt met ruig groen bont. Er was een versie gebaseerd op Van Goghs schilderij “Sterrennacht”, en een animatie van een foetus die in een transparante Birkin handtas groeit – een woordspeling op het kleinere model van het merk dat bekend staat als de “baby Birkin”.

Volgens Hermes had Mason Rothschild daarmee de merkrechten van Hermes geschonden. Mason Rothschild verdedigde zich met het argument dat hij in wezen hetzelfde had gedaan als Andy Warhol, wiens pop-art schilderijen van Campbell soepblikken omvatte. Hij voerde ook aan dat zijn digitale kunstwerken eigenlijk een statement waren tegen de markt van luxegoederen en daarom onder de vrijheid van meningsuiting vielen.

Maar de jury in Manhattan besloot dat de digitale kunstwerken als consumentenproducten moesten worden gezien en dus onder het merkenrecht vielen. De jury kende Hermes een schadevergoeding van 133.000 dollar toe.

Deze uitspraak is ongetwijfeld een belangrijk precedent voor tal van andere rechtszaken over NFT’s.

Gepost door An Janssens

Tags: #Metaverse

De digitale wereld van de metaverse zorgt voor tal van juridische uitdagingen, zoveel is duidelijk. Dit is ook het geval op het vlak van aansprakelijkheid en verzekeringen. De manier waarop de metaverse functioneert, met verbonden virtuele ruimtes waarin gebruikers kunnen interageren en communiceren via avatars, virtual reality (VR) en augmented reality (AR), doet immers nieuwe vormen van aansprakelijkheid ontstaan, die tot voor kort onbestaand waren.

Dit zorgt dan uiteraard ook voor nieuwe opportuniteiten voor de verzekeringssector, maar ook voor de advocatuur.  Zo bijvoorbeeld profileert het Amerikaanse advocatenkantoor Morgan & Morgan zichzelf reeds als “metaverse injury lawyers”. Het kantoor specialiseert zich in “VR injuries” en verleent juridische bijstand aan klanten die gewond zijn geraakt bij het gebruiken van een VR-bril.

De metaverse kan inderdaad leiden tot persoonlijke schade. Wie een VR-bril gebruikt om toegang te krijgen tot de metaverse moet zich bewust blijven van de fysieke omgeving waarin hij zich bevindt. Indien dit niet het geval is, dan kan dit leiden tot virtuele ongevallen, zoals struikelen over een stoel. Als de gebruiker dan een letsel oploopt dan kan er aansprakelijkheid ontstaan, bijvoorbeeld voor de fabrikant van de VR-bril of voor degenen die de virtuele omgeving hebben gemaakt of beheerd.

Daarnaast kan langdurig gebruik van metaverse-platforms ook leiden tot gezondheidsrisico’s zoals oogproblemen, RSI (repetitive strain injury) of andere fysieke klachten. Als platforms of ontwikkelaars niet voldoende waarschuwen voor deze risico’s, kan er aansprakelijkheid ontstaan voor gezondheidsschade. Ook werkgevers lopen hier risico als zij werknemers met VR-brillen laten werken op de werkvloer.

En laat ons ook niet vergeten dat virtuele omgevingen intense emoties en ervaringen kunnen oproepen bij gebruikers. Zo zijn reeds gevallen bekend van avatars die in de metaverse door andere avatars werden aangerand. Als dergelijke ervaringen leiden tot emotionele schade, kunnen er claims van aansprakelijkheid volgen tegen andere gebruikers, dan wel tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het creëren of beheren van de betreffende virtuele omgeving.

En uiteraard is persoonlijke schade niet de enige vorm van schade die kan ontstaan in de metaverse. Ook vermogensschade kan tot aansprakelijkheid leiden. De laatste jaren kent digitaal vermogen een enorme opgang. Denk maar aan crypto-portefeuilles, digitale kunstwerken ( NFT’s ) en virtueel vastgoed Het is evident dat in de metaverse ook een risico bestaat op fraude, diefstal en oplichting rond digitaal vermogen en uiteraard ook op hacking. Als virtueel vermogen wordt gestolen of vernietigd, kan er aansprakelijkheid ontstaan voor zowel de dader als de platformen waarop het virtueel vermogen wordt bewaard. Zo bijvoorbeeld heeft Timothy McKimmy een rechtszaak aangespannen tegen het NFT platform OpenSea. McKimmy had op dit platform een “Bored Ape”, een van de meest bekende NFT’s, te koop aangeboden, maar door een bug in het systeem konden hackers de instelprijs aanpassen en de NFT voor een zeer laag bedrag kopen.

Maar er zijn natuurlijk ook nog tal van andere vormen van aansprakelijkheid mogelijk met betrekking tot digitaal vermogen. Het kopiëren van avatars, NFT’s, virtueel vastgoed, virtuele kledij etc. kan leiden tot allerlei inbreuken op auteursrechten, handelsmerken of andere intellectuele eigendomsrechten. En uiteraard kunnen in de metaverse ook datalekken voorkomen, die kunnen leiden tot allerlei privacy inbreuken en misbruiken van persoonlijke informatie.

En ook het organiseren van virtuele events kan problemen opleveren die tot aansprakelijkheid aanleiding kunnen geven. Meer en meer modemerken en artiesten organiseren virtuele shows in de metaverse. Indien het gaat om betalende events en het event niet kan doorgaan door bijvoorbeeld technische moeilijkheden, kan dit tot aansprakelijkheid leiden bij zowel de organisator van het event als het platform waarop het event wordt georganiseerd.

Consumenten, bedrijven en verzekeringsmaatschappijen moeten zich bewust worden van de metaverse-risico’s op aansprakelijkheid en de vraag moet worden gesteld of de bestaande verzekeringspolissen ook metaverse-schade dekt. Zo bijvoorbeeld kan de vraag worden gesteld of een diefstalverzekering ook digitaal vermogen dekt en of een event-verzekering ook geldt in de metaverse.

Indien dit niet het geval, is, moeten deze polissen moeten worden uitgebreid of moeten nieuwe specifieke metaverse-polissen worden gecreëerd.

Daarnaast stellen zich in het aansprakelijkheidsrecht nog een aantal prangende problemen met betrekking tot de metaverse, zoals het probleem van de ketenaansprakelijkheid en het probleem van de beperking en uitsluiting van aansprakelijkheid in service agreements van metaverse-platformen.

Hoog tijd voor actie.

 

 

De digitale wereld van de metaverse zorgt voor tal van juridische uitdagingen, zoveel is duidelijk. Dit is ook het geval op het vlak van aansprakelijkheid en verzekeringen. De manier waarop de metaverse functioneert, met verbonden virtuele ruimtes waarin gebruikers kunnen interageren en communiceren via avatars, virtual reality (VR) en augmented reality (AR), doet immers nieuwe vormen van aansprakelijkheid ontstaan, die tot voor kort onbestaand waren.

Dit zorgt dan uiteraard ook voor nieuwe opportuniteiten voor de verzekeringssector, maar ook voor de advocatuur.  Zo bijvoorbeeld profileert het Amerikaanse advocatenkantoor Morgan & Morgan zichzelf reeds als “metaverse injury lawyers”. Het kantoor specialiseert zich in “VR injuries” en verleent juridische bijstand aan klanten die gewond zijn geraakt bij het gebruiken van een VR-bril.

 

Schade

De metaverse kan inderdaad leiden tot persoonlijke schade. Wie een VR-bril gebruikt om toegang te krijgen tot de metaverse moet zich bewust blijven van de fysieke omgeving waarin hij zich bevindt. Indien dit niet het geval is, dan kan dit leiden tot virtuele ongevallen, zoals struikelen over een stoel. Als de gebruiker dan een letsel oploopt dan kan er aansprakelijkheid ontstaan, bijvoorbeeld voor de fabrikant van de VR-bril of voor degenen die de virtuele omgeving hebben gemaakt of beheerd.

Daarnaast kan langdurig gebruik van metaverse-platforms ook leiden tot gezondheidsrisico’s zoals oogproblemen, RSI (repetitive strain injury) of andere fysieke klachten. Als platforms of ontwikkelaars niet voldoende waarschuwen voor deze risico’s, kan er aansprakelijkheid ontstaan voor gezondheidsschade. Ook werkgevers lopen hier risico als zij werknemers met VR-brillen laten werken op de werkvloer.

En laat ons ook niet vergeten dat virtuele omgevingen intense emoties en ervaringen kunnen oproepen bij gebruikers. Zo zijn reeds gevallen bekend van avatars die in de metaverse door andere avatars werden aangerand. Als dergelijke ervaringen leiden tot emotionele schade, kunnen er claims van aansprakelijkheid volgen tegen andere gebruikers, dan wel tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het creëren of beheren van de betreffende virtuele omgeving.

metaverse

En uiteraard is persoonlijke schade niet de enige vorm van schade die kan ontstaan in de metaverse. Ook vermogensschade kan tot aansprakelijkheid leiden. De laatste jaren kent digitaal vermogen een enorme opgang. Denk maar aan crypto-portefeuilles, digitale kunstwerken ( NFT’s ) en virtueel vastgoed. Het is evident dat in de metaverse ook een risico bestaat op fraude, diefstal en oplichting rond digitaal vermogen en uiteraard ook op hacking. Als virtueel vermogen wordt gestolen of vernietigd, kan er aansprakelijkheid ontstaan voor zowel de dader als de platformen waarop het virtueel vermogen wordt bewaard. Zo bijvoorbeeld heeft Timothy McKimmy een rechtszaak aangespannen tegen het NFT platform OpenSea. McKimmy had op dit platform een “Bored Ape”, een van de meest bekende NFT’s, te koop aangeboden, maar door een bug in het systeem konden hackers de instelprijs aanpassen en de NFT voor een zeer laag bedrag kopen.

 

Aansprakelijkheid

Maar er zijn natuurlijk ook nog tal van andere vormen van aansprakelijkheid mogelijk met betrekking tot digitaal vermogen. Het kopiëren van avatars, NFT’s, virtueel vastgoed, virtuele kledij etc. kan leiden tot allerlei inbreuken op auteursrechten, handelsmerken of andere intellectuele eigendomsrechten. En uiteraard kunnen in de metaverse ook datalekken voorkomen, die kunnen leiden tot allerlei privacy inbreuken en misbruiken van persoonlijke informatie.

En ook het organiseren van virtuele events kan problemen opleveren die tot aansprakelijkheid aanleiding kunnen geven. Meer en meer modemerken en artiesten organiseren virtuele shows in de metaverse. Indien het gaat om betalende events en het event niet kan doorgaan door bijvoorbeeld technische moeilijkheden, kan dit tot aansprakelijkheid leiden bij zowel de organisator van het event als het platform waarop het event wordt georganiseerd.

Consumenten, bedrijven en verzekeringsmaatschappijen moeten zich bewust worden van de metaverse-risico’s op aansprakelijkheid en de vraag moet worden gesteld of de bestaande verzekeringspolissen ook metaverse-schade dekt. Zo bijvoorbeeld kan de vraag worden gesteld of een diefstalverzekering ook digitaal vermogen dekt en of een event-verzekering ook geldt in de metaverse.

Indien dit niet het geval, is, moeten deze polissen moeten worden uitgebreid of moeten nieuwe specifieke metaverse-polissen worden gecreëerd.

Daarnaast stellen zich in het aansprakelijkheidsrecht nog een aantal prangende problemen met betrekking tot de metaverse, zoals het probleem van de ketenaansprakelijkheid en het probleem van de beperking en uitsluiting van aansprakelijkheid in service agreements van metaverse-platformen.

Hoogtijd voor actie.

@MichelMaus #metaverse #serviceagreements #verzekeringen

Wil u meer weten?

Contacteer ons via mail.