Gepost door An Janssens

De metaverse, nieuwe (criminele) opportuniteiten

Het financiële tijdschrift Forbes bracht in maart 2023 het verhaal dat het metaverse platform Roblox was aangeklaagd voor de federale rechtbank in San Francisco omdat verdachte transacties op de Roblox-platformen was vastgesteld. Volgens de aanklacht zouden meer dan 300 Roblox-gebruikers geld witwassen door in-game valuta te gebruiken voor de aankoop van valse goederen en op die manier geld naar elkaar doorsturen, waardoor zij mogelijk betrokken zijn bij het witwassen van geld. De zaak werd beëindigd met een minnelijke schikking. De Roblox case is een mooi voorbeeld van hoe criminelen de metaverse proberen te gebruiken om crimineel geld wit te wassen.

En dat de metaverse aantrekkelijk is voor criminele activiteiten is niet zo verwonderlijk. De mogelijkheid om anoniem via avatars, crypto-currencies en NFT’s zaken te doen in virtuele economieën die weinig gereguleerd zijn, maken de metaverse een ideaal speelterrein voor criminelen, in het bijzonder voor het ontwikkelen van witwaspraktijken. Het is duidelijk dat de opkomst van de metaverse en web3.0 het witwassen van geld kan vergemakkelijken.

 

De Europese anti-witwasverplichtingen

In de Europese Unie moeten  financiële instellingen en verschillende andere beroepsgroepen zoals advocaten, notarissen, accountants, kunsthandelaars etc tal van witwasverplichtingen nakomen. In het bijzonder gaat het vooreerst om het identificeren van cliënteel. Dit omvat het verzamelen van identificatiegegevens en het verifiëren van deze informatie. Vervolgens zijn zij ook onderworpen aan een meldingsplicht. Wanneer zij verdachte transacties vaststellen, waarvan zij redelijkerwijs vermoeden dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme moet zij dit melden aan de autoriteiten. En tot slot moeten zij ook binnen hun eigen organisatie voorzien in interne controlemaatregelen. Dit omvat het identificeren, beoordelen en beheren van risico’s, het opleiden van medewerkers, het vaststellen van richtlijnen en procedures, en het uitvoeren van interne audits. Het doel van deze verplichtingen is om de financiële sector en andere betrokken beroepsgroepen te helpen bij het detecteren en voorkomen van witwaspraktijken, het belemmeren van de financiering van terrorisme.

 

Anti-witwasverplichtingen in de metaverse

In principe dienen de financiële instellingen en de beroepsgroepen die onderworpen zijn aan de witwasverplichtingen, deze verplichtingen ook te respecteren indien zij actief zijn in de metaverse. Alleen stellen zich in de metaverse wel een aantal problemen die zich in de fysieke wereld niet voordoen. Hoe moet een advocaten- of accountantskantoor die in Roblox of Decentraland actief zijn de identificatieverplichting naleven wanneer zij worden geconfronteerd met een avatar die om advies vraagt? En als zij de fysieke persoon achter de avatar hebben geïdentificeerd, hoe kunnen zij dan zekerheid hebben dat het altijd dezelfde fysieke persoon zal zijn die met de avatar optreedt? En hoe kan men vermijden dat avatars als stromannen optreden?

witwassen

En wat met DAO’s die alomtegenwoordig zijn in de metaverse? DAO staat officieel voor Decentralized Autonomous Organisation. Dit is een organisatie die volledig zelfstandig werkt, geen bestuur heeft en op een decentrale en democratische manier wordt bestuurd door iedereen die deel uitmaakt van de organisatie of de community. Hier stelt zich de vraag hoe men de identificatieverplichting moet naleven? Wie is in geval van DAO’s de uiteindelijk begunstigde? Het is duidelijk dat de oprichting van deze structuren tot nieuwe problemen zal leiden met betrekking tot witwassen.

De metaverse zal ook inzake witwassen voor nieuwe juridische problemen zorgen. Ook op dit vlak zal de financiële en juridische wereld zich moeten aanpassen. Dit zal gepaard moeten gaan met een aanpassing van de witwaswetgeving maar ook met het gebruik van nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie en machine learning, om virtuele transacties te monitoren en virtuele identiteiten te verifiëren. Het wordt hoog tijd dat men hier stappen zet.

#witwasfraude #metaverse #fiscaliteit #DAO

 

Meer informatie?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be
@MichelMaus

 

Gepost door An Janssens

Hoe metaverse-criminaliteit verder zal evolueren is nog onduidelijk, maar de eerste indicaties van deze evolutie zijn reeds merkbaar. Uit het rapport “Policing in de metaverse” van Europol uit 2022 is bijvoorbeeld reeds gebleken dat het metaverse platform Roblox wereldwijd op de 8e plaats meest geïmiteerde merken bij phishing-pogingen. Dit is zorgwekkend, temeer 67% van de Roblox gebruikers  kinderen onder de 16 jaar zijn, maar is ook tekenend voor de criminele interesse in de metaverse.

 

Van “ken uw klant-policy” (KYC) naar “ken uw avatar-policy” (KYA)

Wie de metaverse wat van naderbij gaat bekijken, zal vrij vlug een aantal criminele pijnpunten kunnen ontdekken. Vooreerst is de problematiek van de  identiteitsfraude. In de metaverse is het gebruik van avatars alomtegenwoordig. En met de vooruitgang van de technologie worden ook de avatars meer en meer fotorealistisch. Dit maakt dan ook dat criminelen makkelijker en overtuigender gebruik zullen kunnen maken van valse digitale identiteiten om fraude te plegen, al dan niet door het gebruik van deepfake software.

Om dit te voorkomen moet men natuurlijk proberen te achterhalen wie de eigenaar is van een avatar, of met andere woorden wie de eigenaar is van de virtuele identiteit. Dit is belangrijk omdat wanneer een misdrijf wordt gepleegd, het cruciaal is om de fysieke personen te identificeren die het misdrijf hebben gepleegd. Naast een “ken uw klant” policy, moeten bedrijven eigenlijk ook een “ken uw avatar”-policy ontwikkelen, om fraude te voorkomen. En avatar-identificatie zou eigenlijk ook een apart onderdeel moeten uitmaken van de anti-witwaswetgeving.

Een ander crimineel pijnpunt in de metaverse zijn cryptocurrencies en “non fungible tokens” NFT’s. Zeker tijdens de coronapandemie is de intrinsieke waarde van digitale vermogensbestanddelen enorm gestegen en ook dat heeft de criminele aandacht getrokken. Uiteraard wordt digitaal vermogen gebruikt bij witwasoperaties, maar daarnaast proberen criminelen ook digitaal vermogen te stelen. Zo bijvoorbeeld zijn er reeds verschillende gevallen van diefstal geweest van “bored apes”, de zeer succesvolle reeks van NFT’s. Deze diefstallen vonden plaats door het hacken van onder andere het Instagram account van de Bored Ape Yacht Club en van het digitale veilingplatform Opensea.

En ook nieuwe vormen van seksuele misdrijven duiken op in de metaverse. In 2007 werd reeds een eerste geval gerapporteerd van een digitale verkrachting van een avatar op het platform Second Fife en in 2022 beschreef journaliste Nina Jane Pattel hoe haar avatar “binnen de 60 seconden werd aangerand” op het platform Horizon. Maar het gaat natuurlijk verder dan dit. Op platformen zoals het “kindvriendelijke” Roblox werden door bepaalde gebruikers sexclubs gecreëerd  waar mensen praten over seks en hun avatars virtuele seks laten hebben, maar die evengoed kunnen gebruikt worden door seksuele criminelen om minderjarigen te benaderen.

Metaverse

Moet het strafrecht worden aangepast?

Het spreekt voor zich dat moet worden nagegaan of het huidige strafrecht voldoende is uitgerust om misdrijven aan te pakken die in de metaverse zijn gepleegd. Dit betekent dat moet worden nagegaan of de strafbaarstellingen in het strafrecht zo zijn omschreven dat ook digitale misdrijven onder de strafwet vallen. Dit zal aanleiding geven tot vragen zoals de vraag of het misbruiken van een avatar gelijk kan worden gesteld met het misbruiken van de fysieke persoon achter de avatar. En ook de problematiek van de plaatsbepaling van het misdrijf zal hier moeten herbekeken worden. Want als een misdrijf in de metaverse wordt gepleegd, waar is dat misdrijf dan gepleegd? Het beantwoorden van deze vraag is uiteraard relevant om te weten welke jurisdictie bevoegd is om het misdrijf te vervolgen. Food for thought…

Wil je hierover meer weten?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

#metaverse #cybercriminality #avatar #NFT

@MichelMaus

Gepost door cmsadmin

De digitale nalatenschap

Mensen die ongeneeslijk ziek zijn, worden keihard met hun eigen onsterfelijkheid geconfronteerd. Dit doet hen natuurlijk nadenken over het levenseinde. Meestal komt dit erop neer dat zij hun eigen begrafenis organiseren en maatregelen nemen om hun vermogen over te dragen naar de volgende generatie. Wat zij echter vaak uit het oog verliezen is het regelen van hun digitale nalatenschap.

Want wat gebeurt er nu eigenlijk met al onze digitale data en onze online profielen wanneer we komen te overlijden? Elke dat laten we immers een gigantische hoeveelheid aan digitale data achter op het internet. Het gaat niet enkel om berichten op social media, maar ook om zoekopdrachten op het internet, e-mailverkeer, foto’s en video’s etc. Al deze data verdwijnen niet zomaar bij een overlijden. Integendeel deze data blijven bestaan ook nadat de persoon die deze data heeft geproduceerd is overleden.

Momenteel bestaan er geen specifieke wettelijke regels over digitale nalatenschappen, zodat we hier eigenlijk afhangen van gebruiksvoorwaarden van de digitale platformen. In de begindagen van Facebook had het bedrijf een “delete upon death-policy”, waarbij accounts automatisch werden gewist na kennisname van een overlijden. Dit beleid werd echter gewijzigd na de schietpartij aan de Virgina Tech Universiteit in 2007, toen Facebook heel wat vragen kreeg om de accounts van de overleden personen te behouden. Sindsdien bestaat de mogelijkheid om profielen met herdenkingsstatus te creëren, om vrienden en familie de gelegenheid te bieden om herinneringen te delen nadat een persoon is overleden. Ook andere platformen zoals LinkedIn hebben dit voorbeeld gevolgd.

 

Erfenis

Apple biedt sinds kort de mogelijkheid om een erfeniscontact toe te voegen aan de Apple ID. Volgens Apple is toevoegen van een erfeniscontact is de eenvoudigste en veiligste manier om iemand na een overlijden toegang te geven tot de gegevens (  foto’s, berichten, notities, bestanden, apps ) die zijn opgeslagen in een Apple account. Sommige gegevens, zoals films, muziek, boeken of abonnementen die met een Apple ID hebt gekocht, en gegevens die zijn opgeslagen in uw sleutelhanger, zoals betaalgegevens, wachtwoorden en passkeys, zijn echter niet toegankelijk voor een erfeniscontact.

Deze oplossingen om met digitale erfenissen om te gaan, zijn interessant, maar de vraag is of ze ook juridisch correct zijn. In de meeste gevallen zijn digitale data immers eigendom van de persoon die de data heeft gemaakt of gegenereerd. Indien deze persoon komt te overlijden, dan moeten we deze digitale data gaan beschouwen als vermogensbestanddelen die tot de erfenis behoren en overgaan naar de erfgenamen. Het is dan ook niet aan de online platformen om hieraan beperkingen te gaan opleggen.

 

 

Kunnen overleden personen digitaal verder leven?

Vanuit technisch perspectief is dit uiteraard mogelijk. De meest simpele manier om digitaal verder te leven is het behouden van profielen op social media, eventueel als herdenkingsprofiel. In dit geval gaat het dan om het passief verder laten bestaan van een digitale identiteit.

Maar wie echter beschikt over de digitale data van een overleden persoon, kan natuurlijk nog vele stappen verder gaan. Zou het bijvoorbeeld niet mooi zijn om na het overlijden nog verder te kunnen communiceren met een overleden persoon? In theorie is dat technisch mogelijk. Zo is het perfect mogelijk om met artificiële intelligentie en een stemkloon een chatbot te creëren met het stemgeluid van de overleden persoon, zodat er een vorm van digitale communicatie mogelijk wordt. En dit kan uiteraard ook met een visuele component zoals avatars of holograms.

En dat kan leiden tot mooie verhalen. In 2020 bijvoorbeeld schonk rapper Kanye West aan Kim Kardashian een hologram van haar overleden vader. En in 2022 huwde het Indiaas koppel Dinesh Sivakumar Padmavathi en Janaganandhini Ramaswamy, als avatar in de metaverse. De reden voor dit metaverse huwelijk was het overlijden van de vader van de bruid, die uiteraard niet als persoon aanwezig kon zijn op het fysieke huwelijk, maar wel als avatar op het huwelijk in de metaverse.

Maar het is uiteraard evident dat dit ook tot misbruiken en verwarring kan leiden, zeker indien in het geval van fotorealistische avatars en holograms. Kunnen we bijvoorbeeld toelaten dat erfgenamen van beroemde politici, op social media verder blijven tussenkomen in het publieke politieke debat met een avatar of een hologram van hun overleden vader? En wat als de rechten op een dergelijke avatar worden verkocht aan dubieuze organisaties?

 

Op naar een wettelijke regeling

In de huidige stand van zaken zijn het vooral de online platformen die met hun gebruiksvoorwaarden gaan bepalen hoe we met digitale nalatenschappen moeten omgaan. Dit is moeilijk te accepteren, zeker omdat misbruiken niet uit te sluiten vallen. Het is dan ook de taak van de wetgever om desgevallend in internationaal verband de regels over het gebruik van digitale data na overlijden te gaan vaststellen.

 

Meer weten hierover?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

@MichelMaus #avatar #metaverse

 

 

Gepost door cmsadmin

Het is ondertussen voor iedereen duidelijk dat de technologische revolutie een steeds groter impact heeft op ons dagelijks leven. Nadat we tijdens de vorige decennia reeds gewoon zijn geraakt aan digitale communicatie, social media, navigatie- en gezondheidsapps, Netflix en andere streamingkanalen, slimme thermostaten en robotstofzuigers, en dergelijke meer, kunnen we ons nu voorbereiden op de opkomst van Web3 en de metaverse die werken met technologieën zoals virtual reality (VR) en augmented reality (AR) en artificiële intelligentie.

Deze impact van de technologie is natuurlijk ook op de werkvloer merkbaar. Denk maar aan online marketing via sociale mediakanalen, identificatie-systemen zoals Itsme en de teams- en zoom-meetings die ondertussen wereldwijd worden georganiseerd. Maar ook op professioneel vlak staat de technologie natuurlijk niet stil. De nieuwste trend op dat vlak is het gebruik van avatars op de werkvloer. Avatars zijn natuurlijk niet nieuw in technologisch wonderland, maar het professioneel gebruik ervan was eerder nog beperkt. Denk maar bijvoorbeeld aan het platform Horizon Workrooms van het bedrijf Meta ( het vroegere Facebook ) waar bedrijfsleiders en/of werknemers met elkaar kunnen vergaderen in virtuele bedrijfsruimten door middel van een VR-bril. Maar sinds dit voorjaar heeft ook Microsoft Teams een avatar functie, waardoor kan worden verwacht dat het professionele gebruik van avatars exponentieel zal toenemen. En dit gaat gepaard gaan met een aantal interessante juridische vragen.

 

Avatars op de werkvloer

Een avatar is een digitale representatie van een persoon of een karakter. Het kan een afbeelding, een geanimeerd personage of zelfs een 3D-model zijn. Avatars zijn alomtegenwoordig in gaming, maar vinden nu ook hun weg naar professionele omgevingen.

In een professionele context kunnen avatars worden ingezet om de overgang van de reële fysieke wereld naar de virtuele wereld makkelijker te maken, door onder andere de interactie met klanten en collega’s mogelijk te maken en te automatiseren, leerervaringen te verrijken en een visuele identiteit voor bedrijven te creëren. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om het inzetten van avatars bij e-learnings en trainings, bij klantenservices en chatbots, marketing en uiteraard ook om de mogelijkheid om de fysieke persoon achter de avatar te vertegenwoordigen bij virtuele vergaderingen.

avatars op de werkvloer

 

Juridische vragen rond werken met avatars

Werken met avatars is technisch niet zo moeilijk. Wie een beetje digitale aanleg heeft, zal in een mum van tijd een eigen avatar kunnen creëren en hiermee aan de slag kunnen gaan. Maar niettegenstaande avatars creëren technisch vrij simpel is, zorgt het gebruiken van avatars in een professionele omgeving toch voor een aantal vrij fundamentele en niet zo makkelijk te beantwoorden juridische vraagstukken. Deze vraagstukken houden onder meer verband met problemen van discriminatie, intellectuele eigendom, privacy en toezicht op werknemers, cybersecurity en arbeidsbeleid en welzijn op het werk.

 

1.       Kan een werkgever een werknemer verplichten om met een bepaald type avatar te werken?

Bij het gebruik van avatars in een werkrelatie kan de werkgever zelf een avatar voor het personeel vorstellen, dan wel de werknemers de mogelijkheid geven om zelf een avatar te creëren. In het eerste geval moet er uiteraard worden gewaakt over het feit dat de keuze voor een bepaald type avatar niet discriminerend werkt. Als avatars worden gebruikt om werknemers te discrimineren op basis van bepaalde kenmerken zoals ras, geslacht, godsdienst, handicap of leeftijd, kan dit leiden tot inbreuken op de wetgeving rond discriminatie, zoals de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat avatars zelf, maar ook aanverwante interacties met avatars vrij zijn van discriminerend of intimiderend gedrag.

 

2.       Wanneer de arbeidsrelatie is beëindigd, kan de werknemer zijn of haar avatar meenemen naar een andere job?

Hier stelt zich de vraag in hoeverre de creatie van een avatar door de werknemer als een “intellectueel werk” kan worden beschouwd, waarop de werknemer dan intellectuele rechten kan laten gelden. ( zie oa XI 167/1 tem XI 167/5 van het Wetboek Economisch Recht ). Dit is het geval wanneer we te maken hebben met een “werk” dat als een creatie kan worden beschouwd die is uitgedrukt in een bepaalde vorm en origineel is, in die zin dat het de persoonlijke stempel drukt van de auteur. De vraag stelt zich of dat het geval is wanneer bijvoorbeeld de werknemer op een platform zoals Ready Player Me of in Microsoft Teams een eigen avatar aanmaakt op basis van voorgeprogrammeerde digitale figuren, die dan naar het fysieke evenbeeld van de werknemer worden gemodelleerd? O.i. lijkt dit niet het geval te zijn, en kan moeilijk worden gesteld dat een werkgerelateerde avatar intellectueel de eigendom zou zijn van de werknemer.

En zelfs als men zou oordelen dat een avatar toch een intellectuele creatie zou zijn, dan nog kan moeilijk worden gesteld dat de werknemer hier per sé rechten zou kunnen laten gelden. De auteursrechtelijke bescherming ( zie oa XI 167/1 tem XI 167/5 van het Wetboek Economisch Recht ) vinden immers geen toepassing wanneer de werknemer in de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst een werk tot stand brengt die door de werkgever niet wordt geëxploiteerd, maar enkel wordt gebruikt met het oog op de totstandkoming en de exploitatie van producten en diensten.

In beginsel zou de werknemer dan ook geen echte intellectuele rechten kunnen laten gelden op de werk-avatar, maar het is uiteraard aangewezen om hier duidelijke afspraken over te maken in de arbeidsovereenkomst.

 

3.       Mag een werkgever een avatar screenen?

De Belgische Wetgeving bevat een aantal bepalingen die onder andere het kennisnemen van en het opnemen van (elektronische) communicatie waaraan men zelf niet deelneemt strafbaar stelt. ( zie oa artikel 314bis van het Strafwetboek en artikel 124 van de Telecommunicatiewet ) Hierop zijn wel een aantal uitzonderingen zoals het gezag en instructierecht van de werkgever voorzien in artikel 17 van de Arbeidsovereenkomstenwet. Een werkgever kan dus wel kennis nemen van elektronische communicatie waarbij een werknemer betrokken is, op voorwaarde dat het hier gaat om normale bedrijfshandelingen en op voorwaarde dat wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd.

Een van deze reglementaire bepalingen is de CAO nr. 81. Deze CAO laat werkgevers toe “online communicatiegegevens” te screenen met het oog op het voorkomen van ongeoorloofde feiten en het naleven van interne bedrijfspolicies. Dit laat werkgevers dus toe om onder meer het surfgedrag van werknemers te screenen. In deze zin en onder de voorwaarden van CAO nr. 81 lijkt het dan ook perfect aanvaardbaar om ook het gebruik van de avatars door de werknemers te controleren. Het spreekt voor zich dat ook de procedure van CAO nr. 81 moet gevolgd worden, zodat werknemers op de hoogte zijn van het feit dat ook hun avatar door de werkgever wordt gecontroleerd.

Of het screenen van avatars ook kan worden aanzien als “camerabewaking” in de zin van CAO nr. 68 lijkt ons echter zeer de vraag. Er is hier immers geen sprake van een bewaking, maar enkel van het opvolgen van digitale communicatie.

 

4.       Kan een werkgever het gebruik van avatars door werknemers beperken?

Het spreekt ook voor zich dat de werkgever het gebruik van avatars kan reglementeren. Werkgevers moeten hier een bedrijfsbeleid opstellen,  met duidelijke beleidslijnen en richtsnoeren met betrekking tot het gebruik van avatars op de werkplek. Dit beleid moet betrekking hebben op gepast gebruik, aanvaardbaar gedrag en eventuele beperkingen op het gebruik van avatars, zoals het puur zakelijk gebruik.

 

5.       Kan een werkgever de avatar van een werknemer zelf (laten) gebruiken?

Ook hier hangt veel af van het bedrijfsbeleid en van de overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer. Indien de werkgever zelf de bedrijfs-avatars heeft aangemaakt, lijkt niets zich te verzetten tegen het eigen gebruik van de avatars door de werkgever. Indien het echter gaat om een persoonlijke werkgerelateerde avatar die door de werknemer werd aangemaakt, moet men zich de vraag stellen in hoeverre de werkgever de toestemming van een werknemer moet verkrijgen voordat de avatar van de werknemer kan worden gebruikt. Veel zal hier afhangen van de vraag of we de avatar dan moet beschouwen als een “persoonlijke afbeelding” van de werknemer zelf. In dit geval kan de werknemer aanspraak maken op zijn recht op afbeelding. ( cfr artikel XI 174 van het Wetboek Economisch Recht )

Indien de avatar niet als een persoonlijke afbeelding kan worden beschouwd, bijvoorbeeld wanneer er totaal geen gelijkenis bestaat tussen de fysiek van de werknemer en de fysiek van de avatar, lijkt er zich geen juridisch probleem te stellen. Wanneer echter anderzijds de avatar zo dicht mogelijk de fysieke identiteit van de werknemer benadert, kan men wellicht stellen dat we hier te maken hebben met een persoonlijke afbeelding waarvan het gebruik afhankelijk is van de toestemming van de persoon wiens beeltenis men wil gebruiken.

Ook hier is het aangewezen dat werkgevers specifieke beleidsregels opstellen met betrekking tot het gebruik van avatars. De werkgever kan bijvoorbeeld vereisen dat werknemers professionele en bedrijfsgerelateerde avatars gebruiken die geen persoonlijke informatie onthullen. Het beleid van de werkgever kan ook duidelijk maken wie het recht heeft om de avatars van werknemers te gebruiken, zoals voor interne presentaties of marketingmateriaal.

Meeting-apps zoals Teams en Zoom laten ondertussen het gebruik van avatars toe. Maar hoe moeten we juridisch omgaan met avatars op de werkvloer.

 

Wil je hierover meer weten?
Contacteer ons via infotax@bloom-law.be
#metaverse #avatars @MichelMaus

Gepost door cmsadmin

NFT

Een NFT (Non-Fungible Token) is een unieke digitale asset die gebruikmaakt van blockchain technologie om eigendom en authenticiteit te garanderen. Kenmerkend aan een NFT is dat deze niet kan vervangen worden door een andere token, in tegenstelling tot fungible tokens, die wel onderling wisselbaar zijn (bijvoorbeeld cryptocurrencies). Ze worden vooral aangewend in de artistieke wereld in de vorm van digitale kunst.

Door het gebruik van NFT’s kunnen kunstenaars en makers van digitale inhoud hun werk op een nieuwe manier op de markt brengen en inkomsten genereren door de verkoop van hun unieke digitale creaties. Het zal met andere woorden een manier vormen om virtuele bezittingen te vertegenwoordigen en te verhandelen in de metaverse.

NFT’s creëren op die manier niet enkel de mogelijkheid om de economie binnen de metaverse te stimuleren en een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling ervan, maar zullen ook een potentieel gevaar vormen voor witwasserij. Deze mogelijkheid wordt geboden door de ongereguleerde en gedecentraliseerde aard van non-fungible token.

 

NFT

 

Wil je hierover meer w

De reden waarom NFT’s zo aantrekkelijk zijn voor het witwassen van geld, is dat er geen tussenkomst van financiële instellingen vereist is door de blockchain-technologie. De eigendom ervan kan met andere woorden in alle subtiliteit worden overgedragen.

Een andere manier waarop NFT’s kunnen gebruikt worden om geld te witwassen, is simpelweg door het aankopen van NFT’s met illegaal verkregen geld. Deze NFT’s kunnen vervolgens worden doorverkocht of geruild voor andere cryptocurrencies of fiduciair geld, waardoor de oorsprong van het illegale geld moeilijker te traceren is.

Bovendien kunnen witwassers hun identiteit verbergen tijdens het witwasproces door een cryptocurrency-wallet te gebruiken die geen verificatie vereist. Ze kunnen anoniem grote bedragen van de ene portemonnee naar de andere overmaken.

Een bijkomend aantrekkelijke eigenschap van NFT’s zijn echter de volatiele prijzen. De prijzen van NFT’s zijn namelijk zeer speculatief. In de praktijk kan een NFT die net voor 1 euro is gekocht, de volgende dag voor 1 miljoen euro worden verkocht. Dit maakt NFT’s zelfs aantrekkelijk voor het witwassen van geld via legale transacties.

Desalniettemin kunnen er verschillende maatregelen worden genomen om het witwassen van geld via NFT’s tegen te gaan. De transacties van NFT’s zouden bijvoorbeeld kunnen worden gereguleerd door overheden, zoals het opleggen van bepaalde verificaties tijdens de verhandeling. Een andere mogelijkheid zou zijn om de verhandeling zelf minder anoniem te maken door de identiteit van de kopers en verkopers op te vragen en te laten registreren.

Conclusie

Het witwassen van geld zal in de metaverse een volledig nieuw leven krijgen en zal een niet evident op te lossen probleem vormen, maar het zich ervan bewust zijn is al een grote stap richting de voorkoming.

Derhalve moet er een waardevermindering worden geboekt wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager ligt dan de boekwaarde. Dit moet conform het voorzichtigheidsbeginsel in het bijzonder gebeuren bij cryptomunten die worden gebruikt als betaalmiddel. Herwaardering van de vorderingen is daarentegen niet toegestaan. De vorderingen komen namelijk niet in aanmerking voor het uitdrukken van herwaarderingsmeerwaarden. Tenslotte is het aangeraden om in de toelichting te verduidelijken welk bedrag binnen de vorderingen betrekking heeft op cryptomunten.

 

Wil je hierover een expert ter zake spreken?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

#NFT #metaverse #fiscaliteit #fraude @alexanderdelafonteyne

Gepost door cmsadmin

Brave new tech world

De technologische vooruitgang gaat met reuzensprongen vooruit. De laatste jaren hebben we fantastische innovatieve technologieën zien opduiken, die ons dagelijks leven en vooral ook ons professioneel leven drastisch hebben veranderd. Thans staat artificiële intelligentie aan de vooravond van een grote doorbraak, dankzij de Chat GPT software, die heel wat mensen de ogen heeft geopend. En ja mensen stellen zich vragen over de toekomst van bepaalde jobs als de technologie verdere evolueert. Platformen zoals Chat GPT kunnen inderdaad bedreigend zijn voor bijvoorbeeld copywriters. Maar dit geldt ook voor ook andere software zoals het instant vertaalprogramma Deepl en voor de avatar-video software van Synthesia.

Onlangs liet Sofie Hens, een vrouwelijke journaliste van de Belgische krant De Standaard, haar eigen foto realistische avatar maken op Synthesia, om daarna de vraag te stellen of haar job als videopresentatrice in gevaar komt. Zij kwam tot de conclusie dat dit niet het geval is, omdat er toch nog altijd een groot verschil is tussen de fysieke en de artificiële versie van de presentator.

Wie de academische literatuur er op napluist, zal ongetwijfeld vallen op de studie over de toekomst van arbeid in de samenleving van Carl Frey en Michael Osborne, beiden verbonden aan de universiteit van Oxford. In hun studie uit 2013 stellen Frey en Osborne dat 47% van de huidige jobs de komende 20 jaar gevaar lopen door robotisering en digitalisering. Andere studies zijn iets minder pessimistisch. De OESO stelde in maart 2018 een rapport voor waarin werd gesteld dat “slechts” 14% van de jobs in de OESO-landen volledig dreigen te worden geautomatiseerd in de nabije toekomst. Dat zelfde rapport stelde echter ook dat de uitvoering van 32% van de jobs significante wijzigingen zal ondergaan door het gebruik van technologie in het arbeidsproces.

Natuurlijk zal de technologie ook heel wat nieuwe jobs opleveren, zodat enkel in de toekomst zal blijken of de technologische revolutie nu voor meer of minder jobs heeft gezorgd. Gelet op de huidige krapte op de arbeidsmarkt is dat vooralsnog niet het geval.

 

De technologische disruptie op de arbeidsmarkt

Hoewel de onderzoeksresultaten over de impact van de technologische revolutie op onze jobs nog sterk uiteenlopen, zal niemand echter tegenspreken dat er wel degelijk een impact op de arbeidsmarkt zal zijn.

Dit betekent dat ook de overheid zich moet wapenen tegen de gevolgen op de arbeidsmarkt van technologische big bang. Het huidig financieringsmodel van de meeste OESO-landen steunt immers substantieel op de inkomsten uit arbeid.

Indien de technologie jobs zal doen verdwijnen, kan dit een belangrijke impact hebben op de financiering en de uitgaven van de overheid. Maar daarnaast kan er ook een belangrijk verschil ontstaan qua  belastingdruk van arbeidsintensieve en arbeidsluwe bedrijven.

Indien jobs verloren gaan, verliest de Staat uiteraard de fiscale en de parafiscale inkomsten die met deze jobs gepaard gaan. En wat meer is, jobverlies zorgt niet enkel voor minder inkomsten voor de sociale zekerheid, maar ook voor verhoogde uitgaven aangezien de Staat alvast minstens tijdelijk voor de mensen die hun job hebben verloren in een vervangingsinkomen moet voorzien onder de vorm van een werkloosheidsuitkering. Jobverlies door de technologische evolutie, kan dus ons verzorgingsmodel onder druk zetten.

 

De intellectuele eerlijkheid gebiedt echter ook tot enige nuancering, althans wat het fiscaal inkomstenverlies betreft. Vooreerst zullen er naast het jobverlies ook nieuwe jobs ontstaan. Dit is nu reeds het geval met onder andere nieuwe jobs zoals privacy manager en cybersecurity analisten. Het gaat hier dan wel om eerder gespecialiseerde profielen. Daarnaast zullen bedrijven vaak enkel uit kostenoverwegingen jobs door technologie vervangen. Indien werken met technologie goedkoper is dan werken met werknemers, zal dit leiden tot meer bedrijfswinst en deze bedrijfswinst is dan uiteraard ook onderworpen aan vennootschapsbelasting.

Maar indien deze stap wordt gezet moeten we ook rekening houden met de verschillen in belastingdruk tussen bedrijven. In arbeidsintensieve sectoren waar menselijke werkkrachten nog steeds cruciaal zijn, zal de loonkost mee bepalend zijn voor de globale belastingdruk van het bedrijf. Deze belastingdruk zal merkelijk hoger zijn in arbeidsintensieve sectoren dan in arbeidsarme sectoren waar technologie het werk doet. Dit kan ook leiden tot een disruptie in de economie.

 

Taxing avatars?

 

Moeten we nu avatars en robots belasting laten betalen? Niet onmiddellijk neen, maar met de onvermijdelijke digitalisering van de economie moeten we ook meer en meer nadenken over het fiscaal systeem van de toekomst. Op termijn zal moeten worden afgestapt van de gedachte dat het inkomen uit arbeid  de centrale pijler is waarop de fiscaliteit en de parafiscaliteit moet worden gesteund. Indien jobs de plaats moeten ruimen voor technologie, dan zal de overheid de fiscale focus moeten verleggen van het arbeidsinkomen naar de winst die door menselijke of technologische arbeid wordt gecreëerd. In zekere zin moeten we eigenlijk teruggaan naar het oude Rome waar de Romeinen slaven taxeerden maar niet hun arbeid. Vandaag moeten we er  voor gaan zorgen dat ook de moderne slaven – robot is immers het Tsjechische woord voor slaaf – eveneens hun bijdrage leveren aan de financiering van de verzorgingsstaat. Na het internet of things gaan we onvermijdelijk ook naar een  taxation of things moeten gaan.

#avatars #metaverse #fiscaliteit #jobs

@michelmaus

Wilt u hierover meer weten?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

 

Gepost door cmsadmin

Op een persconferentie van 8 februari 2022 stelde Margrethe Vestager, de Europese Commissaris voor Mededinging immers het volgende: “ European Union authorities need to better understand the futuristic digital world known as the ‘metaverse’ before they can decide how to regulate it.”, of met andere woorden, we hebben eigenlijk nog totaal geen besef wat er zich nu exact allemaal aan het afspelen is. Nu is het natuurlijk niet nieuw dat de politieke wereld weinig vooruitziend is en pas nadat er in een bepaald domein problemen zijn ontstaan, met regelgeving voor de dag komt, maar toch… Wie ook maar een beetje de moeite neemt om uit te zoeken wat de metaverse de komende jaren met zich zal meebrengen, beseft dat men de vinger aan de pols moet houden en kort op de regelgevende bal zal moeten spelen.

En dat zal niet evident zijn. De virtuele wereld van de metaverse functioneert immers op een totaal andere manier dan wat wij in het echte leven gewoon zijn. Denk alleen nog maar aan simpele en voor de hand liggende zaken zoals een dagindeling. In de metaverse is er geen ochtend, (na)middag, avond of nacht. Het is een universum dat “never sleeps”. Het is er in principe altijd dag of nacht of iets daartussen. Wie zal het zeggen? In de metaverse is er ook geen locatie. Alles speelt zich af “in the cloud”, wat dat ook moge zijn. Neem bijvoorbeeld Horizon Workrooms van het bedrijf Meta ( het vroegere Facebook ). Dit is een virtual reality (VR) toepassing om vanop afstand met elkaar te kunnen vergaderen, doorgaans in een bedrijfscontext. Deze VR-toepassing is eigenlijk nog het best te omschrijven als een virtuele 3D vergaderruimte waar men aanwezig is via een avatar die met een VR-bril wordt aangestuurd. Stel dat u vanuit Gent deelneemt aan een virtuele Horizon-meeting samen met collega’s, klanten of leveranciers die respectievelijk live in Texas, Belgrado, Ontario en Peking zitten. Waar moet deze Horizon-meeting dan worden gelokaliseerd? Stel dat het er tijdens deze meeting heftig aan toe gaat en dat u echt verbaal met de dood werd bedreigd door euh, de avatar van één van uw klanten of leveranciers? Dat is een misdrijf, althans volgens het Belgisch recht, maar is het Belgisch recht hier wel van toepassing? En op welke plaats is dat misdrijf dan gepleegd? Begrijpt u stilaan welke onmogelijke juridische discussies zich hier kunnen stellen?

Een van de belangrijkste problemen op dat vlak is dat de klassieke rechtssystemen vertrekken van een geografische en democratische benadering van het recht en van “citizenship”. Het zijn de democratisch verkozen parlementen van Staten die de wetgeving creëren die in deze specifieke Staat van toepassing zal zijn en door de burgers van deze Staat moeten worden gerespecteerd. De metaverse werkt anders en vertrekt van een non geografisch uitgangspunt en steunt op gemeenschappen zonder rekening te houden met nationaliteit of burgerschap. In de virtuele wereld zijn er geen landsgrenzen en bepalen metaverse platformen grotendeels hun eigen spelregels. De grote platformen die actief zijn in de metaverse zoals Decentraland, The Sandbox, Roblox, Stageverse, Spatial, OpenSea, Horizon, Mesh etc. hebben allemaal hun eigen “rules of conduct” of “terms and conditions” die op basis van vrijwilligheid geaccepteerd worden door de leden van een bepaalde virtuele gemeenschap of de gebruikers van de platformen. De kans bestaat uiteraard dat deze spelregels in conflict komen met de rechtsregels van een of andere Staat, maar de vraag zal zich dan aandienen of deze rechtsregels wel kunnen worden toegepast. De meeste servicevoorwaarden van de metaverse platformen bevatten immers clausules die het toepasselijk recht gaan bepalen en dat kan nogal uiteenlopend zijn. Decentraland bijvoorbeeld verwijst naar het recht van Panama, Roblox naar het recht van Calofornië, The Sandbox naar het recht van Hong Kong, Opensea naar het recht van New York, Meta naar het recht van de woonplaats van de consument etc. Of deze clausules al dan niet op zich rechtsgeldig zijn is ook reeds een ganse juridische kluif.

 

Digitale identeit

Een tweede fundamenteel probleem dat zich stelt is dat klassieke rechtssystemen de persoonlijke identiteit centraal stellen in het rechtsverkeer. In de metaverse vertrekt men van een digitale identiteit. In de klassieke fysieke wereld worden overeenkomsten afgesloten tussen personen en is een fysieke menselijke interactie vereist zoals het zetten van een handtekening. In de metaverse wordt anders geredeneerd en is het belang van de persoonlijke identiteit ondergeschikt. Mensen kunnen in de metaverse perfect als anonieme avatars optreden, en dit wordt aanvaard vanuit de overweging dat de blockchain-technologie waarop de metaverse draait alle mogelijke transacties digitaal gaat betonneren, zodat die altijd en overal kunnen worden gereconstrueerd en uiteindelijk toch aan een fysieke persoon kunnen worden toegewezen. Ook aan deze virtuele realiteit zijn onze klassieke rechtssystemen niet aangepast.

Naast deze fundamentele rechtsvragen wordt ondertussen in tal van rechtsdomeinen duidelijk welke problemen zich zullen aandienen en een oplossing zullen vereisen. Een eerste domein waar problemen verwacht kunnen worden is het aansprakelijkheidsrecht waar nieuwe fenomenen van aansprakelijkheid zullen opduiken.  Zo bijvoorbeeld heeft het Amerikaanse advocatenkantoor Morgan & Morgan zich reeds geprofileerd als “metaverse injury lawyers”. Volgens hun website adviseren zij cliënten, die gewond zijn geraakt bij het gebruiken van een VR-headset, bij het claimen van schade van de fabrikanten van deze toestellen. Maar daarnaast is het evident dat we ons ook mogen verwachten aan tal van rechtszaken over problemen van aansprakelijkheid bij schendingen van privacy, bij hacking,  en bij falende cyberbeveiliging. En ook bij inbreuken op intellectuele eigendomsrechten in de metaverse zullen procedures in aansprakelijkheid volgen, hetgeen trouwens reeds het geval is. De afgelopen werden verschillende spraakmakende rechtszaken over NFT’s opgestart.

Zo heeft het Franse luxemerk Hermès de digitale kunstenaar Mason Rothschild aangeklaagd voor het namaken van de Birkin-handtassen, zij het dat Rothschild geen echte handtassen heeft nagemaakt, maar wel NFT’s van de bekende handtassen onder de naam “MetaBirkins”. Volgens Rothschild maakt hij alleen maar digitale kunst en doet hij net hetzelfde als Andy Warhol die schilderijen maakte van Campbell soepblikken.

Ook regisseur Quentin Tarantino heeft reeds een rechtszaak aan zijn broek omdat hij had aangekondigd NFT’s te maken van fragmenten uit zijn cultfilm Pulp Fiction uit 1994. Dit was niet naar de zin van het filmbedrijf Miramax die de rechten op de film bezit en onmiddellijk een rechtszaak heeft aangespannen. Tarantino stelde in een mededeling reeds dat er in het contract met Miramax uit 1994 geen sprake is van een verbod op het maken van NFT’s…

Het veilinghuis Sotheby’s is ook reeds betrokken in een procedure rond de verkoop van het digitale kunstwerk Quantum van kunstenaar Kevin McCoy uit 2014, door sommigen beschouwd als de allereerste NFT. Dit kunstwerk werd verkocht door Sotheby’s voor 1,47 miljoen dollar tijdens een “Natively Digital”-veiling. Het Canadees bedrijf Free Holdings beweert echter dat niet Kevin McCoy maar wel zijzelf de rechten op het kunstwerk bezitten. Zij stellen dat Kevin McCoy de rechten op zijn NFT niet zou vernieuwd hebben, waardoor zij de rechtmatige eigenaar zijn van het kunstwerk.

En tot slot is ook nog de rechtszaak tussen Timothy McKimmy en het NFT veilingplatform OpenSea nog vermeldenswaard. Timothy McKimmy heeft een claim van 1 miljoen dollar ingesteld tegen OpenSea voor het verlies van zijn Bored Ape NFT. Hij stelt dat hij het slachtoffer is geworden van een hack op zijn NFT-portefeuille en klaagt dat OpenSea zijn platform te weinig heeft beveiligd tegen een cyberaanval.

Al deze zaken zijn eigenlijk maar een voorproefje van wat ons de komende jaren nog allemaal te wachten staat. Maar ondertussen staat ook de metaverse-wereld niet stil. Om de potentiële aansprakelijkheid voor claims van gebruikers te beperken, hebben heel wat metaverse-bedrijven ondertussen in hun bindende gebruiksvoorwaarden clausules opgenomen die hun aansprakelijkheid in geval van problemen zo veel als mogelijk beperken.

Niet alleen het aansprakelijkheidsrecht zal beïnvloed worden door de evoluties in de metaverse, ook in andere rechtsgebieden zal dit het geval zijn. Ook op de werkvloer bijvoorbeeld zal de metaverse implicaties hebben. We hebben hier reeds verwezen naar het VR-applicatie van Horizon Workrooms waar werknemers van bedrijven met hun eigen avatar aan virtuele 3D meetings kunnen deelnemen, en deze enkele metaverse toepassing doet reeds heel wat vragen rijzen:

–     Kan een werkgever een werknemer verplichten om een bepaald type van avatar te gebruiken en die de fysieke kenmerken, het geslacht of de seksuele identiteit van een persoon zo realistisch mogelijk weergeeft of andersom een avatar verplichten die deze identiteit of kenmerken van een persoon net verborgen houdt?

–     Wat als de keuze voor een avatar discriminerend of racistisch is?

–     Wat met langdurig gebruik van een VR-bril en welzijn op het werk?

–     Is een werknemer aan het werken wanneer zijn of haar avatar online is?

–     Wat men grensoverschrijdend gedrag op de metaverse-werkvloer?

–     En wat bij ontslag, is de avatar eigendom van de werkgever of niet en mag de werknemer zijn avatar behouden en meenemen naar een volgende job?

 

Ook op het vlak van financieel recht en fiscaliteit rijzen er heel wat issues in de metaverse. De metaverse draait uiteraard op cryptocurrency, hetgeen uiteraard de vraag stelt naar de regulering van deze alternatieve financiële markt. Daarnaast is er ook de opkomst van NFT’s, waarbij afbeeldingen, video’s, teksten, of objecten zoals kunstwerken, auto’s, huizen, kledij etc gedigitaliseerd worden in een NFT. De vraag zal zich stellen wat NFT’s nu juridisch inhouden. Moet een NFT worden beschouwd als een bewijs van eigendom, of eerder als een effect? Dit onderscheid zal doorslaggevend zijn voor de regelgeving die onder andere zal moeten toezien hoe de consumenten kunnen worden beschermd.

Op fiscaal vlak stellen zich natuurlijk ook allerlei vragen. Een van de belangrijkste fiscale vragen die opduikt in de metaverse is de vraag waar personen of bedrijven die inkomsten uit de metaverse genereren deze inkomsten hebben verkregen. Het fiscaal recht kent geen concepten zoals een virtuele wereld, dus zullen er oplossingen gevonden moeten worden om te bepalen waar belasting dient betaald te worden als bijvoorbeeld een bedrijf in pakweg Decentraland een webshop opent.

 

Personen- en familierecht

De virtuele wereld binnen Metaverse zal ook vragen doen rijzen die relevant zijn voor het personen- en familierecht. Zullen mensen bijvoorbeeld binnen de Metaverse huwen en uiteraard ook scheiden? Op 4 februari 2022 organiseerde een koppel uit Phoenix een huwelijksceremonie in Decentraland, ondersteund door Ethereum blockchain-technologie. Het koppel wilde het bewijs van hun huwelijksverbintenis vastleggen in blockchain. De huwelijksakte kwam in de vorm van een niet-fungibele token, en de huwelijkse voorwaarden werden opgenomen in blockchain. De vraag zal zich stellen of dergelijke overeenkomsten een wettelijk karakter kunnen hebben.

 

Privacy

De Metaverse zal ook voor tal van nieuwe problemen doen rijzen op het vlak van privacy en gegevensbescherming. Wat wordt er verzameld? Wie bezit of controleert de gegevens? Het delen van gegevens zal de hoeksteen vormen van een naadloze, interoperabele omgeving waarin gebruikers en hun digitale persona’s en activa bruikbaar en verhandelbaar zullen zijn in de verschillende domeinen van de Metaverse.  Hoe zal het verzamelen, delen en gebruiken van dergelijke gegevens worden geregeld?  Welke wetten zullen van toepassing zijn op het verzamelen van gegevens in de Metaverse? Komt er één overkoepelend “privacybeleid” voor de metaverse in het kader van een gebruikers- en handelaarsovereenkomst, of zijn er verschillende beleidsregels afhankelijk van het domein van de Metaverse waarin men zich bevindt? Kunnen sommige ontwikkelaars een meer “privacygerichte” ervaring creëren of zullen de persoonlijke gegevens van avatars noodzakelijkerwijs in elk rijk vrij circuleren? Hoe zal worden omgegaan met de privacy van kinderen en zullen er “afgeschermde” ruimtes zijn die alleen voor volwassenen toegankelijk zijn en waar verdere authenticatie vereist is om er binnen te komen? Zullen de concepten waarover we vandaag spreken – “persoonlijke informatie” of “persoonlijk identificeerbare informatie” – van toepassing zijn in een wereld waarin de reikwijdte van de beschikbare informatie exponentieel toeneemt naarmate activiteiten in de metaverse worden getraceerd?

 

Publiekrecht

De Metaverse kan ook publiekrechtelijke vragen doen rijzen. De Metaverse is op zich eigenlijk ook een verzameling van virtuele werelden die al of niet met elkaar geconnecteerd zijn. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om virtuele werelden zoals Decentraland, Stageverse, Spatial, Roblox etc. Elke Mateverse biotoop functioneert momenteel volgens zijn eigen regels. De vraag die zich dus stelt is er of geen “grondwet” voor de Metaverse moet komen met een aantal ethische en grondregels voor zowel de platformen die in de Metaverse opereren als voor de gebruikers van de Metaverse. Eigenlijk is dat dan een soort van publiekrecht voor de Metaverse.

 

Sportrecht

De gaming-industrie is een van de belangrijkste katalysatoren van de Metaverse. Esports, zijnde het competitief gamen, is op dat vlak ook meer en meer een booming business aan het worden, die ondertussen met de reële sportwereld kan wedijveren. Maar ook daar liggen heel wat juridische problemen op tafel. Allicht een van de belangrijkste vragen is de vraag of esport kan worden gelijk gesteld met sport. Indien dit het geval is, dan is de volledige sportregelgeving ook van toepassing op esport. Maar dit is echter een open vraag. In ons land is het beleid op dat vlak vrij schizofreen. Zo stelde de minister van financiën onlangs in een antwoord op een parlementaire vraag dat esporters fiscaal gezien kunnen worden gelijk gesteld met sporters. Arbeidsbemiddeling Vlaanderen stelt dan weer dat het statuut van “sportmakelaar” uit het Vlaams Decreet Arbeidsbemiddeling niet van toepassing is esport, omdat esport volgens Sport Vlaanderen niet met sport kan worden gelijk gesteld.

 

Strafrecht

Tal van misdrijven die in de echte wereld kunnen worden begaan, kunnen ook in het Metaversum worden begaan. Er zijn al gevallen bekend van diefstal van virtuele voorwerpen die kunnen worden verhandeld voor virtueel of echt geld en van seksueel betasten van een andere avatar door een avatar, wat echte emotionele schade heeft toegebracht aan de persoon die de betastte avatar speelde. Wat zou het resultaat zijn als een avatar een andere zou verkrachten en een gebruiker als gevolg daarvan aan een posttraumatisch stresssyndroom zou lijden? Wat als het een recidivist was en de Metaverse onderneming dat wist? Zulke vragen zullen moeten worden beantwoord in de Metaverse. En ook hier stelt zich de vraag waar de misdrijven worden gepleegd en welke jurisdictie bevoegd is om de misdrijven te vervolgen.

 

Contractenrecht

De Metaverse zal per definitie een virtuele omgeving zijn waar rechtspersonen in zullen bewegen en met elkaar interacties zullen aangaan. Dit stelt uiteraard de vraag naar de juridische waarde van de verbintenissen die in de virtuele wereld worden afgesloten. IN het bijzonder zal zich hier de vraag stellen naar “slimme contracten” die gebaseerd zijn op blockchain-technologie. Slimme contracten gebruiken blockchain technologie om de voorwaarden van een overeenkomst te implementeren, zoals de uitvoering van betalingsvoorwaarden of een retourbeleid. Slimme contracten zullen dus per definitief een geautomatiseerde oplossing zijn voor het kopen en verkopen van producten en diensten in de Metaverse. Dit vereist uiteraard een regelgevend kader over het gebruik van blockchain.

Maar naast de problematiek van de basistechnologie voor digitaal contracteren, zijn er natuurlijk nog een aantal andere pijnpunten. Wat bijvoorbeel d met de geldigheidsvoorwaarden voor het sluiten van een overeenkomst. Wat als goederen of diensten worden gekocht of verkocht door middel van een avatar. De avatar is dan eigenlijk een soort scherm die de identiteit van de persoon achter de avatar gaat afschermen.

Geschillenbeslechting in de Metaverse

Het is evident dat de ontwikkeling en het gebruik van de Metaverse gepaard zal gaan met juridische conflicten en de vraag zal zich stellen waar en hoe die geschillen moeten worden beslecht.  Geschillen in de virtuele wereld zullen in principe worden opgelost in de rechtbanken van de werkelijkheid, maar de vraag is welke jurisdictie bevoegd is in een conflict waar bedrijven bij betrokken zijn die over de ganse wereld zijn verspreid. Maar wie zegt dat er ook geen virtuele rechtbanken in de Metaverse worden opgericht als onderdeel van een nieuwe Meta-jurisdictie?  En een andere vraag die zich stelt is de vraag of geschillen die zich afspelen in de Metaverse en waarbij partijen over de hele wereld betrokken zijn, kunnen worden opgelost via alternatieve geschillenbeslechting? Zou dat kunnen leiden tot een afzonderlijk “Metaverse” rechtssysteem?

Meer informatie

Wens je een expert te spreken? Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

@MichelMaus #Metaverse